Enige tijd geleden heeft de rijksoverheid een factsheet op haar website geplaatst, waarin staat beschreven onder welke voorwaarden hulpverleners medische gegevens van hun patiënten mogen uitwisselen met andere hulpverleners. Deze factsheet zal in de praktijk tot meer duidelijkheid moeten leiden.
Om goede zorg te kunnen verlenen, is het voor hulpverleners veelal noodzakelijk dat zij beschikken over adequate en actuele gegevens van de betreffende patiënt. Niet altijd beschikken zorgverleners over dergelijke patiëntgegevens. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat deze gegevens (nog) bij een andere behandelaar liggen. Als een hulpverlener niet zelf over de noodzakelijke patiëntgegevens beschikt, zullen deze gegevens bij de andere hulpverlener moeten worden opgevraagd. Ook zou de hulpverlener eventueel gebruik kunnen maken van een elektronisch uitwisselingsysteem waarin de patiëntgegevens al beschikbaar zijn gesteld. De uitwisseling van medische patiëntgegevens moet in overeenstemming zijn met het op de hulpverlener rustende medisch beroepsgeheim en de wettelijke privacyregels.
In dit artikel zal in hoofdlijnen worden stilgestaan bij de wettelijke voorwaarden waaronder het uitwisselen van medische patiëntgegevens toegestaan is.
Uit de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: WGBO) en de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) volgt dat een hulpverlener de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt nodig heeft alvorens tot uitwisseling van medische gegevens over te mogen gaan. In de AVG wordt onder toestemming verstaan:
‘elke vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige wilsuiting waarmee de betrokkene door middel van een verklaring of een ondubbelzinnige actieve handeling hem betreffende verwerking van persoonsgegevens aanvaardt’
Allereerst dient de toestemming aldus vrijelijk te zijn gegeven. Als algemene regel schrijft de AVG voor dat als een betrokkene geen werkelijke keuze heeft, zich gedwongen voelt om toestemming te geven of het voor hem negatieve gevolgen zal hebben als hij of zij niet toestemt, de toestemming niet geldig is.
In de tweede plaats dient de toestemming steeds te gelden voor een specifiek vermelde verwerking en een specifiek vermeld doel.
Ten derde is het van belang dat de patiënt op duidelijke en toegankelijke wijze wordt geïnformeerd . De patiënt dient geïnformeerd te worden over het doel waarvoor de gegevens worden opgevraagd en wat de inhoud is van de informatie. Bovendien moet de patiënt de draagwijdte van zijn toestemming kunnen overzien. De betrokken hulpverlener moet zich er vóór het vragen van toestemming dan ook van vergewissen dat de patiënt hiervan op de hoogte is. Ook dient de patiënt gewezen te worden op het recht om zijn/haar toestemming weer in te trekken.
In de vierde plaats dient de toestemming actief en ondubbelzinnig te zijn gegeven. Zo dient er een schriftelijke (digitale) of mondelinge toestemming te worden gegeven en mag er in ieder geval niet uit worden gegaan van het beginsel ‘Wie zwijgt, stemt toe’.
Tot slot dient de gegeven toestemming, zoals hiervoor vermeld, uitdrukkelijk te zijn gegeven. Blijkens de richtsnoeren behorend bij de AVG verwijst de term ‘uitdrukkelijk’ naar de manier waarop de toestemming door de betrokkene tot uitdrukking wordt gebracht. Mondelinge toestemming is blijkens de richtsnoeren ook geldig. Om desalniettemin elke mogelijke twijfel en elk mogelijk gebrek aan bewijs in de toekomst te voorkomen, is het verstandig dat patiënten een schriftelijke toestemmingsverklaring ondertekenen.
Al enkele jaren wordt in het kader van gegevensuitwisseling tussen hulpverleners gebruik gemaakt van een elektronisch uitwisselingssysteem. Een dergelijk systeem maakt het mogelijk dat patiëntgegevens beschikbaar zijn voor mogelijke toekomstige situaties. De hulpverlener zorgt er in dat geval voor dat patiëntgegevens al beschikbaar zijn en worden opgenomen in het systeem, zodat een nog onbekende zorgverlener ze kan raadplegen voor wanneer dat noodzakelijk zou zijn. Op deze manier hoeven zowel de eventueel toekomstige als de huidige hulpverlener niet meer de gegevens op te vragen c.q. te verstrekken op een moment waarop er noodzakelijkerwijs gegevens uitgewisseld dienen te worden.
Voordat patiëntgegevens in een elektronisch uitwisselingssysteem worden opgenomen en raadpleegbaar zijn, dient de patiënt echter de hiervoor besproken uitdrukkelijke toestemming te hebben gegeven. Daarnaast bestaat er een extra informatieplicht. De patiënt moet weten hoe het uitwisselingssysteem werkt, welke rechten hij heeft en hoe hij deze kan uitoefenen. Ook moet de patiënt op de hoogte worden gebracht van wijzigingen in het systeem. De patiënt zou er vervolgens voor kunnen kiezen om de gegeven toestemming in te trekken.
Maar wat nu als de patiënt geen uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven? Met betrekking tot de uitwisseling van gegevens uit een elektronisch uitwisselingssysteem geldt in beginsel ook in dat geval dat de patiënt uitdrukkelijke toestemming voor de uitwisseling moet hebben gegeven. Gedurende de Coronacrisis heeft minister de Jonge echter ingestemd met de tijdelijke mogelijkheid voor huisartsen en artsen op de spoedeisende hulp om ook (een deel van) de medische gegevens in te zien van patiënten die daarvoor geen expliciete toestemming hebben gegeven. De gegevens van patiënten die in het verleden al hebben aangegeven hun gegevens niet in een dergelijk systeem beschikbaar te willen stellen, mogen echter ook op grond van deze tijdelijke maatregel niet via het systeem worden ingezien.
Daarnaast bestaan er uitzonderingen voor gevallen waarin geen gebruik wordt gemaakt van een elektronisch uitwisselingsysteem, maar waarin hulpverleners onderling medische gegevens willen uitwisselen zonder daarvoor de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt te hebben. In dat geval kunnen medische gegevens alsnog worden uitgewisseld indien:
Een wettelijke plicht of taak het beroepsgeheim doorbreekt;
Er sprake is van een vitaal belang en de patiënt niet in staat is om toestemming te geven;
De gegevens worden verstrekt aan een andere direct betrokken hulpverlener;
Verondersteld wordt dat de patiënt toestemming heeft gegeven (te denken valt aan een doorverwijzing); of
Er sprake is van een conflict van plichten en het niet doorbreken van het beroepsgeheim ernstige schade voor een ander oplevert.