Als een behandeling veelbelovend lijkt voor patiënten maar nog niet bewezen effectief is, kan deze tijdelijk en onder voorwaarden worden vergoed. Op die manier kan het noodzakelijke onderzoek gedaan worden om te kijken of er voldoende bewijs is dat deze zorg echt werkt voor de patiënt. Als dat het geval is, kan een behandeling worden opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Op deze manier komt er steeds meer passende zorg in het basispakket. 2 behandelingen blijken via dit traject van voorwaardelijke toelating bewezen effectief. Het gaat om langdurige, gepersonaliseerde oefentherapie bij axiale spondyloartritis en monitoring op afstand bij een ernstige vorm van chronisch hartfalen.
In Nederland heeft ongeveer 1 op de 200 mensen axiale spondyloartritis (axSpA), een chronische reumatische aandoening en vormt ontstekingen en klachten aan onder andere de wervelkolom en het bekken. De klachten kunnen ernstig functioneel beperkend zijn. Mensen met axSpA hebben veel moeite bij basale dagelijkse activiteiten (zelfverzorging, lopen, opstaan). Deze mensen hebben naast medicatie baat bij langdurige persoonsgerichte actieve oefentherapie. Op basis van onderzoek van het LUMC acht het Zorginstituut bewezen dat deze behandeling het fysiek functioneren verbetert en hun kwaliteit van leven toeneemt. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) dan ook om deze zorg vanaf de eerste behandeling en zonder maximum aan het aantal behandelingen te vergoeden uit het basispakket. Als de minister het advies overneemt, gaat de vergoeding waarschijnlijk in op 1 januari 2026.
Het tweede voorbeeld van zorg die na onderzoek bewezen effectief blijkt, is het op afstand monitoren van mensen met ernstig en chronisch hartfalen. Bijna 250.000 mensen in Nederland hebben last van hartfalen, waardoor ze snel buiten adem zijn en vermoeid. Vaak verergert het met de tijd. De monitoring op afstand gaat via een kleine sensor in een tak van de longslagader. De cardioloog en hartfalenverpleegkundige houden zo het hartfalen in de gaten en kunnen snel ingrijpen als dat nodig is. Met deze PA-telemonitoring, zoals het officieel heet, is een kleine groep van 300-400 mensen gebaat. Het gaat om mensen met ernstig en chronisch hartfalen en minimaal 1 ziekenhuisopname in het afgelopen jaar. Bij hen blijkt dit beter te werken dan alleen de standaardbehandeling (medicijnen en leefstijladviezen). Het zorgt voor een betere kwaliteit van leven en minder ziekenhuisopnames. Het Zorginstituut concludeert daarom dat deze monitoring voor deze kleine groep mensen vergoed kan worden uit het basispakket. De vergoeding gaat in op 14 mei 2024.
Als zorg in het basispakket wordt opgenomen, is het belangrijk dat partijen samen afspraken maken om deze zorg voor patiënten in de praktijk passend in te zetten. Bij het advies over fysio- en oefentherapie bij axSpA geldt dat er een speciale, digitale scholing is ontwikkeld die is afgestemd op deze ziekte. Zo kunnen zorgprofessionals goed geïnformeerd hun patiënten helpen. Voor PA-telemonitoring is onder meer afgesproken dat de Nederlands Vereniging voor Cardiologie (NVVC) een leidraad en introductieprotocol opstelt met daarin de randvoorwaarden voor passend gebruik. Denk bijvoorbeeld aan eisen waaraan centra en artsen die de sensor implanteren moeten voldoen. Het Zorginstituut monitort en evalueert voor beide behandelingen het gepast gebruik en bespreekt de resultaten met artsen, patiënten en zorgverzekeraars.
