De zorgvraag blijft maar groeien. Logisch: het aantal mensen neemt toe, en bovendien worden meer mensen ouder. Tegelijkertijd zijn de middelen schaars. In Nederland wordt inmiddels meer dan 10 procent van het Bruto Nationaal Product in de zorg gestopt, en dat gaat om behoorlijke bedragen. Daar komt nog bij dat de krapte op de arbeidsmarkt blijft bestaan. Kortom: alle ingrediënten voor een gespannen toestand in de zorg zijn aanwezig: een onhoudbaar systeem. Het moet anders.
De gedachte achter het huidige zorgsysteem is dat het afhankelijk is van een ‘productieprikkel’. Adviseur Karel Piethaan vat het treffend samen: “Dat klinkt misschien wat negatief, maar als je operaties inkoopt, dan krijg je operaties. Een ziekenhuis krijgt budget op basis van het ziek zijn van mensen, en de patiënt is een cliënt geworden. Je krijgt geld om iemand beter te maken, niet om iemand gezond te houden.
Michael Porter van de Harvard University ontwikkelde het idee van Value Based Health Care. Piethaan: “Porter stelt dat je van een productieprikkel naar een waardeprikkel moet. Waarde is natuurlijk een heel abstract begrip. Je zou het kunnen uitdrukken als ‘de best mogelijke uitkomsten van zorg vanuit het perspectief van de cliënt of patiënt, afgezet tegen de totale kosten in de zorgketen’. Anders gezegd: het gaat om uitkomsten die relevant zijn voor de patiënt. Soms is niet behandelen beter dan wel behandelen. Het belangrijkste doel van iedere zorginstelling zou moeten zijn om de zorgwaarde voor iedere patiënt zo hoog mogelijk te maken.”
Stel: na een zware operatie volgt een lange revalidatieperiode van ruim een jaar. Dat heeft een grote impact op het leven van de patiënt. De revalidatie is overdag en vaak intern. De patiënt in kwestie kan in feite niet aan het werk. Maar wat nu als de chirurg en arts samen bekijken hoe ze kunnen samenwerken met de lokale fysiotherapeut, revalidatiearts en -verpleegkundige? “Ze vormen met elkaar een team en bekijken wat voor de patiënt in kwestie relevant is, en gaan met hem of haar in gesprek. Als het team erin slaagt de lange revalidatieperiode in te korten, is de patiënt zeer geholpen. De oplossing: de patiënt wordt al geruime tijd voor de operatie begeleid door de fysiotherapeut, om voor de operatie zo sterk mogelijk te zijn. Na de operatie is er voortdurend overleg en na de klinische revalidatie neemt de fysiotherapeut de ambulante revalidatie over. Na vier maanden gaat de patiënt uit de kliniek en naar de fysiotherapeut. De revalidatietijd wordt daarmee gehalveerd. Toch zijn het nog steeds dezelfde professionals. Maar de organisatie is veranderd door te focussen op dat wat voor patiënt belangrijk is. Als je dan kijkt naar de hele zorgketen zijn de kosten lager en de zorgwaarde sterk omhoog. Een meer tevreden patiënt tegen lagere kosten.”
Wat dat concreet oplevert, leest u in het tweede deel van deze reeks over Value Based Health Care.