Kinderen die niet meer thuis kunnen wonen, verliezen vaak het contact met een of meer personen die belangrijk voor hen zijn. Hulpverleners hebben te weinig tijd om dit contact te bewerkstelligen of hebben vooroordelen over het sociale netwerk van een kind. Dat blijkt uit onderzoek van stichting Het Vergeten Kind. De stichting pleit er daarom voor om de naam Jeugdzorg te wijzigen naar Gezinszorg.
De meeste kinderen verliezen door hun uithuisplaatsing contact met minstens één iemand die belangrijk voor hen is (56%). Dat blijkt uit het onderzoek onder 72 kinderen en 15 hulpverleners.
Kinderen voelen zich er schuldig over, verdrietig of alleen. Dat kinderen toch het contact kwijtraken met mensen die belangrijk voor hen zijn, komt volgens hulpverleners doordat (sommige) collega-hulpverleners de ouders en familie van kinderen veroordelen, niet serieus nemen en niet met hen willen samenwerken.
Tegelijkertijd hebben andere, welwillende hulpverleners te weinig tijd en een te grote werklast. Ook komt het voor dat wachttijden voor een begeleide omgangsregeling zo lang zijn, dat ouders en kinderen elkaar maandenlang niet kunnen zien.
Het Vergeten Kind roept alle sociale opleidingen op om binnen drie jaar hun curriculum zo in te richten dat er meer aandacht is voor het opbouwen van een gelijkwaardige samenwerking met ouders en netwerk van het kind. Ook bestuurders en beleidsmakers moeten hulpverleners meer tijd geven voor dit essentiële deel van hun werk.