Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Artikel 69

  • 1

    In het buitenland wonende personen die met toepassing van een verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie dan wel toepassing van zodanige verordening krachtens de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of een verdrag inzake sociale zekerheid in geval van behoefte aan zorg recht hebben op zorg of vergoeding van de kosten daarvan, zoals voorzien in de wetgeving over de verzekering voor zorg van hun woonland, melden zich, tenzij zij op grond van deze wet verzekeringsplichtig zijn, bij het CAK aan.

  • 2

    De personen, bedoeld in het eerste, zeventiende en achttiende lid, zijn een bij ministeriële regeling te bepalen bijdrage verschuldigd.

  • 3

    Bij de vaststelling van de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, wordt rekening gehouden met een bij ministeriële regeling te bepalen verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon in het woonland van de rechthebbende ten laste van de sociale zorgverzekeringen in dat land en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon in Nederland uit hoofde van deze wet en de Wet langdurige zorg.

  • 4

    Bij ministeriële regeling kan worden bepaald:

    • a.

      over welk jaar het inkomen bij wijze van grondslag voor de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, wordt berekend en onder welke omstandigheden van dat jaar kan worden afgeweken;

    • b.

      welk deel van de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, voor de toepassing van de Wet op de zorgtoeslag als premie voor een zorgverzekering wordt beschouwd.

  • 5

    De bijdrage van een persoon, bedoeld in het eerste lid, van 18 jaar of ouder die ingevolge de verordening, de overeenkomst of het verdrag, bedoeld in het eerste lid, als gezinslid wordt aangemerkt is verschuldigd door degene van wie het recht op zorg van dat gezinslid ingevolge die verordening, die overeenkomst of dat verdrag is afgeleid.

  • 6

    Voor zover een pensioen- of renteverstrekkend orgaan aan een in het eerste lid bedoelde persoon loon als bedoeld in artikel 42 verstrekt, is dat orgaan een bij ministeriële regeling te bepalen bijdrage verschuldigd.

  • 7

    Het CAK is belast met de administratie voortvloeiend uit het eerste, zeventiende en achttiende lid en de daar genoemde internationale regels, alsmede met het nemen van beschikkingen over de heffing en de inning van de bijdragen, bedoeld in het tweede en zesde lid.

  • 8

    Indien tegen een door het CAK op grond van dit artikel genomen beschikking bezwaar wordt gemaakt, beslist het CAK, in afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen dertien weken gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.

  • 9

    Het CAK gebruikt voor de uitvoering van dit artikel het burgerservicenummer van de in het eerste lid bedoelde personen.

  • 10

    Het CAK is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens van de personen, bedoeld in eerste, veertiende en vijftiende lid, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel.

  • 11

    Het CAK is de verwerkingsverantwoordelijke, voor de verwerking, bedoeld in het zevende lid.

  • 12

    Bij ministeriële regeling:

    • a.

      kan worden bepaald dat organen die pensioen of rente verschuldigd zijn of werkgevers in opdracht van het CAK werkzaamheden verrichten ter voorbereiding of uitvoering van beschikkingen als bedoeld in het zevende lid, waarbij kan worden bepaald dat die organen of werkgevers de bijdragen die de personen, bedoeld in het eerste lid, verschuldigd zijn, inhouden op een pensioen of een rente dan wel, indien het eerste lid van toepassing is op gezinsleden van een verzekeringsplichtige, op het loon, het pensioen of de rente van die verzekeringsplichtige;

    • b.

      kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop het CAK zijn taak, bedoeld in het zevende lid, uitoefent of de organen of werkgevers, bedoeld in onderdeel a, de in dat onderdeel bedoelde werkzaamheden uitvoeren;

    • c.

      kan, voor gevallen waarin een persoon als bedoeld in het eerste lid van meer dan één orgaan pensioen of rente ontvangt, worden bepaald dat het CAK één orgaan aanwijst dat de bijdrage van die persoon en de bijdragen van de gezinsleden van die persoon inhoudt op door dat orgaan aan die persoon verschuldigde pensioen of rente, of indien het in te houden bedrag groter is dan dat pensioen of die rente, twee of meer organen aanwijst die elk een deel van dat bedrag inhouden. Daarbij kan worden bepaald dat een deel van het pensioen of de rente wordt vrijgesteld van inhouding door het aangewezen orgaan.

  • 13

    Artikel 18f, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14

    Indien de melding, bedoeld in het eerste lid, niet is geschied binnen vier maanden nadat het recht, bedoeld in het eerste lid, is ontstaan, legt het CAK degene die de melding had moeten doen een bestuurlijke boete op ter hoogte van driemaal de tot een maandbedrag herleide standaardpremie, bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag.

  • 15

    Het CAK kan de bijdrage, bedoeld in het tweede of zesde lid, of een boete als bedoeld in het veertiende lid bij dwangbevel invorderen.

  • 16

    Artikel 5:53, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht geldt niet voor de oplegging van de boete, bedoeld in het veertiende lid.

  • 17

    Voor de toepassing van Verordening (EG) Nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004, betreffende de coördinatie van socialezekerheidsstelsels (Pb EU 2004, L 166) wordt de in het eerste lid bedoelde persoon die op de laatste dag van de maand voorafgaande aan die waarin hij de 65-jarige leeftijd bereikt een pensioen of uitkering ontvangt dat op grond van bijlage XI bij die verordening is gelijkgesteld met op grond van de Nederlandse wetgeving verschuldigde pensioenen, tot aan de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet aangemerkt als een aanvrager van een pensioen.

  • 18

    Voor de toepassing van een in het eerste lid bedoeld verdrag wordt de in het eerste lid bedoelde persoon die op de laatste dag van de maand voorafgaande aan die waarin hij de 65-jarige leeftijd bereikt een pensioen of uitkering ontvangt dat op grond van het verdrag is gelijkgesteld met op grond van de Nederlandse wetgeving verschuldigde pensioenen, tot aan de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet aangemerkt als een rechthebbende op een pensioen.

  • 19

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 6.1.2, onderdelen k en l, van de Wet langdurige zorg, van het CAK.

Informatie geldend op 01-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling zorgverzekering

  2. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (gedifferentieerde berekening bijdrage voor verdragsgerechtigden)

  3. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactor)

  4. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactoren 2015 t.b.v. gedifferentieerde berekening bijdrage verdragsgerechtigden)

  5. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactoren 2018 t.b.v. gedifferentieerde berekening bijdrage verdragsgerechtigden)

  6. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactoren 2020 t.b.v. gedifferentieerde berekening bijdrage verdragsgerechtigden)

  7. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststelling bijdrage verdragsgerechtigden)

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemene wet bestuursrecht
    bijlage: 2, 3

  2. Besluit aanwijzing enige organen ingevolge Verordening (EG) nr. 883/2004
    artikel: 1

  3. Besluit basisregistratie personen
    artikel: 31

  4. Besluit CAK ondermandaat broninhouding bijdrage voor verdragsgerechtigden
    artikel: 1

  5. Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet
    artikel: 2.5.2, 2.5.1a, 2.2.5

  6. Model jaarverslaggeving CAK bestuurlijke verantwoording burgerregelingen 2019
    tekst: tekst

  7. Model jaarverslaggeving CAK bestuurlijke verantwoording burgerregelingen 2020
    tekst: tekst

  8. Regeling zorgverzekering
    artikel: 6.3.7, 6.3.1a, 6.3.2, 6.3.1, 6.3.4

  9. Wet buitengewoon pensioen 1940-1945
    artikel: 31h

  10. Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet
    artikel: 35d

  11. Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers
    artikel: 28h

  12. Wet langdurige zorg
    artikel: 6.1.2

  13. Wet marktordening gezondheidszorg
    artikel: 1

  14. Wet op de zorgtoeslag
    artikel: 1, 3

  15. Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
    artikel: 23a, 20, 21

  16. Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
    artikel: 17a, 14, 15

  17. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (gedifferentieerde berekening bijdrage voor verdragsgerechtigden)

  18. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactor)

  19. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactoren 2015 t.b.v. gedifferentieerde berekening bijdrage verdragsgerechtigden)

  20. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactoren 2018 t.b.v. gedifferentieerde berekening bijdrage verdragsgerechtigden)

  21. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststellen woonlandfactoren 2020 t.b.v. gedifferentieerde berekening bijdrage verdragsgerechtigden)

  22. Wijzigingsregeling Regeling zorgverzekering (vaststelling bijdrage verdragsgerechtigden)

  23. Wijzigingswet Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en Zorgverzekeringswet (opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering)
    artikel: X

  24. Wijzigingswet Zorgverzekeringswet (rechtsgang bronheffing verdragsgerechtigden)
    artikel: II

  25. Wijzigingswet Zorgverzekeringswet enz. (vervanging no-claimteruggave door verplicht eigen risico)
    artikel: XI

  26. Wijzigingswet Zorgverzekeringswet, enz. (overgang van aantal taken van Zorginstituut Nederland naar CAK)
    artikel: XIV, XIII

  27. Wijzigingswet Zorgverzekeringswet, enz. (verzwaren incassoregime premie en andere maatregelen zorgverzekering)
    artikel: IX

  28. Zorgverzekeringswet
    artikel: 69a, 39

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

36002

wijziging

11-12-2013
samen met
24-03-2014
samen met
07-10-2015

Stb. 2013, 578
samen met
Stb. 2014, 136
samen met
Stb. 2015, 407

33243
samen met
32402

Alg. 1

Inwtr. 2

01-01-2019

wijziging

03-10-2018

Stb. 2018, 356

34923

30-11-2018

Stb. 2018, 454

28-07-2018

t/m 25-05-2018

wijziging

11-07-2018

Stb. 2018, 247

34939

11-07-2018

Stb. 2018, 248

01-01-2018

wijziging

08-03-2017

Stb. 2017, 99

34333

12-05-2017

Stb. 2017, 208

01-01-2017

wijziging

08-04-2016

Stb. 2016, 173

34203

15-11-2016

Stb. 2016, 442

Alg. 3

01-04-2014

wijziging

11-12-2013

Stb. 2013, 578

33243

11-02-2014

Stb. 2014, 93

15-02-2014

t/m 01-01-2013

wijziging

04-12-2013

Stb. 2013, 560

33507

03-02-2014

Stb. 2014, 62

Alg. 4

06-01-2014

wijziging

10-07-2013

Stb. 2013, 316

33555

28-11-2013

Stb. 2013, 494

Inwtr. 5

01-01-2013

wijziging

01-11-2012

Stb. 2012, 544

33245

01-11-2012

Stb. 2012, 544

wijziging

20-12-2012

Stb. 2012, 682

32450

20-12-2012

Stb. 2012, 684

Alg. 6

07-04-2012

wijziging

02-02-2012

Stb. 2012, 77

32154

16-03-2012

Stb. 2012, 144

Alg. 7

15-03-2011

t/m 18-05-2010

wijziging

26-02-2011

Stb. 2011, 111

32150

26-02-2011

Stb. 2011, 113

Alg. 8

01-10-2009

wijziging

18-06-2009

Stb. 2009, 384

31751

18-06-2009

Stb. 2009, 384

01-07-2009

wijziging

25-06-2009

Stb. 2009, 265

31124

25-06-2009

Stb. 2009, 266

01-08-2008

wijziging

29-05-2008

Stb. 2008, 277

31377

03-07-2008

Stb. 2008, 278

Alg. 9

01-06-2008

wijziging

13-12-2007

Stb. 2007, 540

30918

23-05-2008

Stb. 2008, 186

01-01-2008

wijziging

15-11-2007

Stb. 2007, 490

31094

15-11-2007

Stb. 2007, 490

Alg. 10

21-12-2007

t/m 01-01-2006

wijziging

13-12-2007

Stb. 2007, 540

30918

13-12-2007

Stb. 2007, 540

Inwtr. 11

Twk. 12

01-01-2006

nieuwe-regeling

16-06-2005

Stb. 2005, 358

29763

09-12-2005

Stb. 2005, 649

wijziging

22-12-2005

Stb. 2005, 708

30238

22-12-2005

Stb. 2005, 709

Alg. 13

tekstplaatsing-wijziging

31-01-2006

Stb. 2006, 79

31-01-2006

Stb. 2006, 79

Alg. 14

wijziging

06-10-2005

Stb. 2005, 525

30124

09-12-2005

Stb. 2005, 649

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2015/407.

  • 2) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2014/93 gesteld op 1 april 2014.

  • 3) Artikel XIV van Stb. 2016/173 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 4) Abusievelijk is voor het vierde lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.

  • 5) Treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt.

  • 6) Deel C, artikel I, van Stb. 2012/682 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 7) Artikel III van Stb. 2012/77 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 8) Artikel X, tweede lid, van Stb 2011/111 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 9) Artikel II van Stb. 2008/277 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 10) Artikel XI van Stb. 2007/490 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 11)

  • 12) Het zesde lid werkt terug tot en met 1 januari 2006.

  • 13) Abusievelijk geeft het Staatsblad een wijzigingsopdracht voor lid 5 in plaats van lid 4.

  • 14) Tekstplaatsing met aanpassing van in de regeling genoemde nummering.