Minister Schouten (SZW) reageert op de monitorrapportage Wajong voor wat betreft het opmerken en aanpassen van financiële achteruitgang bij Wajongers.
Geachte voorzitter,
In de brief van 21 december 2021 vraagt de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de commissie) naar de voorstelling van de regering bij de monitorrapportage Wajong voor wat betreft het opmerken c.q. aanpassen van financiële achteruitgang bij Wajongers. Daarnaast verzoekt de commissie in de komende monitorrapportages al het onderzoek naar de vereenvoudigingsaspecten van de Wajong en de beleving van Wajongers mee te nemen.
SZW en UWV monitoren op verschillende manieren de inkomenspositie van Wajongers. In de brief van 10 december 2021 gaf de toenmalige Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan voor de volgende monitorrapportage te streven naar het weergeven van de inkomenspositie van Wajongers voor en na het ingaan van de Wet vereenvoudiging Wajong.1 Die gegevens komen met zekerheid in de monitorrapportage van 2022. De bedoeling van de Wet vereenvoudiging Wajong is om belemmeringen weg te nemen om (meer) te gaan werken. Bij het weergeven van de inkomenspositie kijken we apart naar het inkomen uit werk en uitkering en maken we onderscheid tussen Wajongers die werken met en zonder loondispensatie. We maken daarbij inzichtelijk wat het gemiddelde inkomen en de uitkering zijn. Daarnaast geven we weer hoeveel Wajongers in een bepaalde inkomensgroep zitten.2 Het gaat om samengevoegde gegevens die laten zien of de groep Wajongers als geheel meer is gaan werken en of zij (mogelijk hierdoor) een verbeterde inkomenspositie hebben. Op deze manier wordt het ook inzichtelijk als er voor de groep Wajongers als geheel sprake is van een verslechterende inkomenspositie. In dat geval zal het ministerie snel onderzoek doen naar de oorzaak hiervan, zodat die tijdig inzichtelijk worden gemaakt.
Het garantiebedrag is ingesteld om ervoor te zorgen dat Wajongers er financieel niet op achteruitgaan. SZW is met UWV in gesprek over manieren om inzichtelijk te maken hoe het garantiebedrag gezorgd heeft voor het voorkomen van financiële achteruitgang.
Afgelopen jaar hebben UWV en SZW, na het ontvangen van signalen, met urgentie een analyse gedaan naar directe financiële achteruitgang bij Wajongers als gevolg van inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging Wajong. We hebben afwijkingen in het inkomen geregistreerd en zo snel mogelijk onderzocht. Met de brief van 5 juli 2021 heeft de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Eerste en Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de analyse en te nemen vervolgacties.3 Na een analyse van de inkomensgegevens van ruim 244.000 Wajongers bleek dat enkele honderden Wajongers er ondanks het garantiebedrag toch onbedoeld financieel op achteruitgingen door inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging Wajong. Het was daarom nodig om een aanpassing door te voeren. De toenmalige minister gaf in de brief van 5 juli 2021 aan UWV te vragen voor heel deze groep Wajongers de uitkering te baseren op de uitkering van december 2020 zodat geen één Wajonger er direct door inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging Wajong op achteruit zou gaan.
Met het beschikbaar komen van nieuwe informatie, het vaststellen van definitieve inkomensgegevens en gedurende verdere afstemming over de implementatie van de Wet vereenvoudiging Wajong bleek deze herstelactie lastiger af te ronden dan gedacht. Er is daarom extra tijd nodig. Voor een groep van circa 350 personen verwacht UWV de herstelactie nog in het eerste kwartaal 2022 af te ronden. In de eerstvolgende monitorrapportage informeer ik u over de stand van zaken na de herstelactie met de dan beschikbare informatie over garantiebedragen.
De commissie vraagt verder in de komende monitorrapportages expliciet het kwalitatieve onderzoek naar de vereenvoudigingsaspecten van de Wajong en de beleving van Wajongers mee te nemen. SZW is voornemens dit jaar het onderzoek te starten.4 De verwachting is dat dit onderzoek eind 2022 afgerond wordt. Dat is niet op tijd voor de eerstvolgende monitorrapportage die gepland staat na de zomer van 2022. Zodra de resultaten van het onderzoek eind 2022 afgerond zijn, informeer ik uw Kamer hier separaat over. Ik neem de resultaten van het kwalitatieve onderzoek naar de vereenvoudigingsaspecten vervolgens mee in de monitorrapportage die volgt na de zomer van 2023.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten
1 Kamerstukken I, 2021/22, 35 213, W.
2 Bijvoorbeeld: het aantal Werknemers zonder loondispensatie dat een inkomen uit werk heeft in september 2021 tussen de 0 en 20% van het WML, 20-50%, etc. Of het aantal werknemers met loondispensatie waarbij de Wajong-uitkering ligt tussen de 0 en 20%, 20- 50% etc.
3 Kamerstukken II, 2020/21, 35 213, 39.
4 Kamerstukken I, 2021/22, 35 213, W.