“Waarom luistert er niemand naar me als ik duidelijk uitleg dat ik echt niet bij mijn moeder kan wonen?” Op het spreekuur van de Rotterdamse kinderombudsman vertelt een 16-jarig meisje over de mishandeling door haar moeder. Ze vindt dat de betrokken jeugdhulpverleners niet naar haar luisteren. Die praten over terugkeer naar huis, terwijl zij dat absoluut niet wil. Na interventie van de kinderombudsman bij de desbetreffende organisaties, wordt haar verhaal wel serieus genomen en kan ze toch bij een familielid gaan wonen. Dit voorbeeld illustreert hoe belangrijk het is dat er goed naar kinderen en jongeren wordt geluisterd en dat hun verhaal ook écht serieus wordt genomen.
Het recht om gehoord te worden over beslissingen die het kind aangaan is een van de basisbeginselen uit het Kinderrechtenverdrag. Dit recht stond ook centraal in het onderzoek van de gemeentelijke kinderombudsman naar de toepassing van drang in de jeugdhulp en het Rotterdamse Jeugdbeschermingsplein.
Drang, wat is dat? Drang kan het beste worden omschreven als een laatste kans voor ouders of verzorgers voordat hulpverleners en de jeugdbescherming het traject richting kinderbeschermingsmaatregelen inslaan. Op het moment dat de vrijwillige hulpverlening aan een gezin niet goed loopt en een hulpverlener het idee heeft dat de ontwikkeling van het kind gevaar loopt, kan hij een melding doen bij het Jeugdbeschermingsplein. Aan dit plein overleggen de gemeente Rotterdam en verschillende organisaties in de vrijwillige en gedwongen jeugdhulp. Zij besluiten of een gezin in een drangtraject terecht komt, of de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek gaat starten of dat drang of dwang helemaal niet nodig is. Drang zit dus tussen vrijwillige en gedwongen hulpverlening in. Het wordt gezien als een laatste kans om mee te werken aan de hulpverlening. Doet een gezin dat niet, dan zal de Raad voor de Kinderbescherming alsnog een onderzoek starten dat waarschijnlijk resulteert in een verzoek aan de kinderrechter om een beschermingsmaatregel.
Iedereen voelt aan dat de toepassing van drang niet vrijblijvend is. Er wordt ‘officieel’ druk uitgeoefend op een gezin. Dit heeft grote gevolgen voor een gezin en zorgt vaak voor veel stress. Toch kan een gezin zich hiertegen niet officieel verzetten, noch zijn bezwaren kenbaar maken. In deze fase komt er namelijk nog geen kinderrechter aan te pas en de beslissing van het Jeugdbeschermingsplein is geen besluit waartegen het gezin bezwaar kan maken Dit zijn allemaal verzwarende omstandigheden die er sterk voor pleiten om het recht van kinderen en hun ouders om gehoord te worden en te participeren tijdens het overleg aan het Jeugdbeschermingsplein, stevig te verankeren in de procedure.
Daarvan leek op basis van signalen geen sprake. Daarom is de kinderombudsman een groot onderzoek gestart naar het Rotterdamse Jeugdbeschermingsplein en de toepassing van drang.
Lees dit artikel verder in het gratis online magazine Integraal samenwerken voor de jeugd.
Auteurs: Stans Goudsmit en Reinier Lagerwerf.
____________________________
Lees meer over dit thema in het dossier Kwetsbare jongeren: 16-27.