Resultaten van het onderzoek naar de succesfactoren van innoveren met zorgtechnologie. De inzet van zorgtechnologie kan het leven van ouderen veel prettiger maken: zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen of meer zelfredzaam en aangenaam wonen in een woonvoorziening of verpleeghuis. Zorgtechnologie past ook in de beloftes in de ontzorgings- en participatieagenda: van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’, meer zelfmanagement en substitutie van zorgtaken. Er wordt veel verwacht van het inmiddels grote aanbod van nieuwe zorgtechnologie. In de praktijk wordt er echter maar weinig van gebruikt. En van de binnengehaalde technologie sneuvelt een groot deel na de pilotfase. Of komt uiteindelijk na een veelbelovende start uiteindelijk toch boven op de kast te liggen… Daarnaast blijken succesvolle toepassingen binnen een woonzorglocatie of de thuiszorg lastig op te schalen.
Hoe komen we nu tot een versnelling? Onder begeleiding van KplusV adviseurs Paul Oostveen en Lisanne Wiggers heeft master student Valerie Richelle van de Radboud Universiteit een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd om deze vraag te beantwoorden.
De onderzoeksopdracht was: “Ontrafel de factoren die een stimulerende of remmende invloed hebben op de selectie en implementatie van technologische innovaties in ouderenzorgorganisaties”. Het onderzoek bestond uit een uitgebreid literatuuronderzoek, een survey onder meer dan 3.000 medewerkers in de ouderenzorg en thuiszorg (4 middelgrote zorgorganisaties) en interviews met management en met cliënten.
De belangrijkste onderzoeksresultaten zijn:
Visie op innovatie en leiderschap zijn bepalend voor succesvol gebruik van zorgtechnologie.
De acceptatie van zorgtechnologie is een cruciale factor en die kan door de zorgorganisatie zelf bevorderd worden.
Projectmatig en systematisch werken bij het selecteren en implementeren van zorgtechnologie is noodzakelijk, ook bij ‘kleine zorgtechnologie’.
Voor zorgorganisaties biedt het onderzoek op deze 3 punten aanknopingspunten voor substantiële verbetering.
1. Visie: wat wil je als zorgorganisatie écht bereiken?
Visie en leiderschap zijn bepalend, zo blijkt uit het onderzoek. Hoe vertalen we onze visie op (persoonsgerichte) zorg naar een visie op de inzet van zorgtechnologie? Welke waarden willen we gestalte geven met de innovatie? Welke actoren betrekken we daarbij? Een visie als inspiratiebron en een selectie-instrument in het innovatieproces is cruciaal. Dat betekent dat de visie krachtig en duidelijk geformuleerd is zodat cliënten, medewerkers en ketenpartners weten wat er van hen gevraagd wordt. Zo wordt innoveren met zorgtechnologie een logisch verhaal.
Op 1 november 2017 is Sebastiaan Peek gepromoveerd op technologieacceptatie door zelfstandig wonende ouderen. Zowel negatieve als positieve aspecten van technologie zijn volgens Peek afhankelijk van de persoonlijke, sociale en technologische context waarin ouderen verkeren. Een van zijn aanbevelingen is de technologieacceptatie te verbeteren door effectieve allocatie (juiste technologie aan de juiste persoon aanbieden op het juiste tijdstip). Zijn technologie-acceptatiemodel vormde de basis voor het technologie-acceptatiemodel voor ouderenzorgorganisaties dat Valerie Richelle ontwikkeld heeft. KplusV heeft de invloed van de zorgorganisatie aan het model toegevoegd. |
2. Acceptatie is sleutelfactor
Uit het onderzoek blijkt verder dat acceptatie van technologie door zowel medewerkers als cliënten een belangrijke succesfactor is. Nieuwe technologie biedt kansen om de zorg slimmer, beter en goedkoper te organiseren. Als we kijken naar de behoefte van mensen om meer zeggenschap over hun leven te krijgen, langer thuis te kunnen blijven wonen en meer eigen regie bij de inzet van zorg en ondersteuning, dan heeft nieuwe technologie veel potentie. Als belangrijkste acceptatiefactor voor de inzet van “koude technologie” wordt door medewerkers aangegeven dat er waarde wordt toegevoegd voor de cliënt. Alleen door te begrijpen welke toegevoegde waarde de technologie biedt voor eindgebruikers (cliënten en medewerkers) kun je als zorgorganisatie de juiste keuzes maken. Zorgorganisaties kunnen dat zelf beïnvloeden door op allerlei manieren de betrokkenheid te vergroten, bijvoorbeeld door fieldlabs, inspiratiebijeenkomsten en uitleenservice. De daadwerkelijke acceptatie blijkt overigens van veel factoren af te hangen, zo blijkt uit het onderzoek. De zorgorganisatie die met succes wil innoveren zal daar zicht op moeten krijgen en de werkwijze en processen daarop dienen af te stemmen. Het technologie-acceptatiemodel dat in het onderzoeksrapport is opgenomen, helpt daarbij.
3. Zorgtechnologie selecteren die je écht gaat gebruiken
Om zorgtechnologie te integreren in de zorg- en dienstverlening dienen keuzes gemaakt te worden. Welke zorgtechnologie past bij de behoeften van onze cliënten, medewerkers en organisatiedoelstellingen? Levert het meerwaarde op? Is de technologie schaalbaar? Wat is de invloed op het zorggebruik en de kosten en kwaliteit van de zorg? Een belangrijke succesfactor, zo blijkt uit het onderzoek, is het organiseren van de selectie, implementatie en opschaling van zorgtechnologie. Zorgorganisaties hebben op dit punt nog een slag te maken. Een belangrijke aanbeveling is om op dit onderwerp samen op te trekken met andere zorgorganisaties in een peer group, zodat kennis en ervaring gedeeld kunnen worden.
Vervolg
KplusV heeft in de praktijk van en in samenwerking met de zorgsector een aanpak ontwikkeld waar zorgorganisaties direct mee aan de slag kunnen:
Innovatiescan: een nulmeting (met interviews en een survey onder medewerkers, cliënten en management) die als start gebruikt kan worden binnen de organisatie om te kunnen innoveren met zorgtechnologie;
Ontwikkelen van een visie op Innoveren met zorgtechnologie;
Werken met een Innovatiefilter. De door KplusV ontwikkelde ‘Innobolo’ is een handig hulpmiddel om het proces van selectie, implementatie en opschaling van zorgtechnologie in te richten. Deze tool is in de praktijk ontwikkeld en de kennis vanuit het onderzoek van Sebastiaan Peek (zie inzet) is hierbij ingevoegd.
Oprichting peer groups “Innoveren met zorgtechnologie”. KplusV faciliteert vanuit haar visie op innoveren in de zorg enkele regionale en landelijke groepen van zorgorganisaties om zo samen op te trekken in het verbeteren van het innovatievermogen van de eigen organisatie en om van elkaar te leren. Leereffecten maken versnelling mogelijk en minimaliseren faalkosten.