Minister Hugo de Jonge zet fors in op de vermindering van administratieve lasten en regeldruk. Dit heeft ook effect op de eigen bijdrage inning door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).
De eigen bijdrage was afhankelijk van het inkomen en de werkelijk ingezette hoeveelheid zorg en ondersteuning. In het recente verleden zagen we dat deze inkomensafhankelijke eigen bijdrage tot veel vragen leidde. De overzichten en berekeningswijze waren vaak niet begrijpelijk voor de doelgroep en door niet op orde zijnde administraties bij gemeenten en zorgaanbieders werden burgers soms geconfronteerd met stapelfacturen, waarbij na een lange periode plotseling een torenhoge eigen bijdrage op de deurmat viel.
Dat was voor de overheid aanleiding om deze eigen bijdrage te veranderen. Eén vast abonnementstarief eigen bijdrage Wmo, ongeacht inkomen en ongeacht de hoeveelheid ingezette zorg en ondersteuning. Deze is in 2019 al ingegaan, waarbij burgers per 4 weken € 17,50 eigen bijdrage betalen.
2019 is het overgangsjaar, in 2020 gaat de nieuwe werkwijze volledig in. Dan gaat de inning van 4-wekelijks naar maandelijks, met een vast bedrag van € 19,00 per maand. Een verandering die het voor burgers nog overzichtelijker maakt.
Maar wat betekent het voor gemeenten?
In 2019 is wel het vaste abonnementstarief ingevoerd, maar aan de informatie aanlevering is nog niets gewijzigd. We rijden al in een nieuwe auto, maar de motor moet nog vervangen worden. Voor gemeenten, aanbieders en het CAK zelf is de overgang van 2019 naar 2020 dan ook nog groot.
Aanzuigende werking
Doordat de eigen bijdrage niet meer afhankelijk is van het inkomen en de ingezette zorg, wordt een Wmo-voorziening plotseling aantrekkelijk voor burgers. Neem als voorbeeld (welgestelde) ouderen die nu een eigen huishoudelijke hulp betalen. Wanneer zij deze voor € 19,00 per maand via de gemeente kunnen ontvangen loont het om hiervoor een voorziening aan te vragen.
In diverse gemeenten zien wij al een stijging van het aantal aanvragen en een aanzuigende werking. Enerzijds leidt dit tot toenemende kosten in het sociaal domein, maar in gemeenten waar reeds een beperkte personele capaciteit is, kan het ook leiden tot wachtlijsten bij zowel de aanvraag als de uitvoering van de zorg. De overheid compenseert alleen de effecten van de overgang van inkomen gerelateerde eigen bijdrage inning naar het vaste abonnementsbedrag, maar niet de kostenstijging die gemeenten potentieel wacht als meer mensen besluiten om gebruik te gaan maken van een Wmo-voorziening.
Het is van belang dat u als gemeente monitort of en welke aanzuigende werking u ervaart als gevolg van de abonnementsstructuur eigen bijdrage Wmo. Het monitoren van de effecten is weer de basis voor beleidskeuzes, werkafspraken in de toegang, informatievoorziening richting College en gemeenteraad en wellicht bijgestelde prognoses Wmo kosten.
Administratie
Per 1 januari 2020 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de informatievoorziening richting het CAK voor de inning van de eigen bijdrage. Nu zijn gemeenten dit al voor de Persoonsgebonden budgetten, maar in bijna alle gevallen wordt momenteel de informatie voor zorg in natura door zorgaanbieders bij het CAK aangedragen.
Deze wijziging betekent uiteraard voor zorgaanbieders een grote administratieve lastenverlichting, maar vraagt van gemeenten een gedegen voorbereiding om per 1 januari 2020 deze informatie goed en volledig aan te leveren. Het niet tijdig en correct aanleveren, kan grote gevolgen hebben. Gemeenten zijn door het ministerie van VWS verplicht gesteld om binnen één maand correcte gegevens aan te leveren.
Niet alleen de verantwoordelijkheid voor het aanleveren van de informatie bij het CAK wijzigt. Gemeenten moeten dit gaan doen volgens een nieuw te introduceren standaard. Via het Gemeentelijk Gegevens Knooppunt (GGK), welke gemeenten ook gebruiken voor het uitwisselen van toewijzingen, regieberichten en declaratieberichten met zorgaanbieders. Er zijn met ketenpartners al veel gesprekken gevoerd over de vorm en inhoud van dit bericht en hoe om te gaan met uitzonderingen, zoals woningaanpassingen of hulpmiddelen – waarbij het CAK nog verantwoordelijk blijft voor een controle op de kostprijs. Een burger mag immers niet meer eigen bijdrage betalen dan de gemeente voor de voorziening heeft betaald. De nieuwe standaard is nog niet definitief wat het voor alle gemeenten een flinke uitdaging maakt om de vaststelling en implementatie te realiseren voor 1 januari 2020.
Het mag evident zijn dat deze nieuwe gemeentelijke verantwoordelijkheid, via een nieuw bericht, welke nog definitief vastgesteld en geïmplementeerd moet worden impact heeft op uw uitvoeringsorganisatie. Is uw software leverancier al voorbereid op deze aanlevering? Zijn uw werkprocedures hierop al voorbereid? Zijn de personele consequenties binnen uw gemeente in kaart gebracht? Zijn dergelijke wijzigingen ook al doorgevoerd in de inkoopafspraken met zorgleveranciers?
Kans of chaos
De nieuwe werkwijze per 2020 biedt in beginsel veel kansen. Door de mogelijkheid om gegevens geautomatiseerd aan te leveren bij het CAK kunnen in potentie kosten bespaard worden, kunnen fouten beperkt worden en kan het proces efficiënter worden ingericht. Hetzelfde geldt voor het nieuwe uitgangspunt waarbij gemeenten niet (meer) de hoeveelheid geleverde zorg en ondersteuning hoeven aan te leveren, maar alleen het moment waarop de zorg gestart en gestopt is.
Maar dit vraagt wel om een gedegen voorbereiding, zowel technisch als organisatorisch. En het effect van de aanzuigende werking is nog onduidelijk – in tijden waarbij de begrotingen van het sociaal domein toch al onder druk staan.
Het Ketenbureau iSociaal domein, heeft de organisatiestructuur en kennis in huis om gemeenten te ondersteunen bij de inrichting en de implementatie van deze CAK-standaarden. Zij hebben implementatie adviseurs in dienst, die regio’s bij staan bij onder meer de inrichting en inbedding van het GGK en de nieuwe administratie standaarden. Zij zijn echter alleen verantwoordelijk voor het berichtenverkeer tussen gemeenten en aanbieders. Ook vanuit de VNG, of VNG-realisatie zien wij nog weinig beweging om te zorgen dat gemeenten professioneel ondersteund gaan worden bij de inbedding van deze nieuwe verantwoordelijkheid. U zult zelf de handschoen op moeten pakken.
Kortom: zorg dat u gedegen begint met de voorbereidingen voor uw nieuwe verantwoordelijkheid.
Lees meer over dit onderwerp in het online dossier administratieve keten.