Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Exitstrategie bezoek en verlof in open- en gesloten jeugdinrichtingen en gezinshuizen in coronatijd

Op dit moment kijkt iedereen naar de experts in Den Haag als het gaat om een ‘exitstrategie’ van de lockdown. Maar behalve voor kroegen en kappers is er nog een categorie die veel last heeft van de maatregelen. Dat zijn de open- en gesloten jeugdinrichtingen, de justitiële jeugdinrichtingen en gezinshuizen, waar op dit moment gelukkig nog geen grote calamiteiten zijn gebeurd, maar waar veel instellingen wel strikte maatregelen hebben genomen. Vooral als het gaat om bezoek en verlof. De spanning loopt deze week extra op omdat het zondag moederdag is, en dat ligt heel gevoelig voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen.

4 mei 2020

Volgens de IGJ (inspectie Gezondheidszorg en Jeugd) bepalen de instellingen en gezinshuizen zelf wat goede en veilige zorg in coronatijd is, uiteraard binnen het kader van de wettelijke maatregelen en (nood)verordeningen. In de eerste weken van de pandemie kozen veel instellingen voor een strenge lockdown en complete opschorting van bezoek en verlof. Sommige instellingen staan wel bezoek van ouders (meestal een per keer toe). Nu wat meer bekend is over de risico’s van het virus is het mijns inziens tijd om na te denken over een exitstrategie. Hierbij dienen we rekening te houden met het risico van een exitstrategie. Risico wordt in de managementliteratuur gedefinieerd als R(risico)= kans x gevolg.

‘Kans’

Als het gaat om ‘kans’ is de situatie in de jeugdinstellingen wezenlijk anders dan in de verpleeghuizen. Als eerste kijken we naar de kans op een uitbraak binnen een (jeugd)instelling. Uit onderzoek van de Universiteit van Basel blijkt dat van alle positief geteste mensen de jongeren onder de 20 slechts in 2.1% van de gevallen waren vertegenwoordigd. De kans op een uitbraak is klein vanuit de jongere zelf. Ook bij het personeel dat op de leefgroepen werkt en vaak nog jong is, is het risico op besmetting lager; dat loopt pas op boven de 50 jaar.

‘Gevolg’

Alhoewel iedere ernstig zieke er een te veel is lijkt het gevolg van een besmetting voor de jongeren en jonge medewerkers mee te vallen. Ziekteverschijnselen verlopen vaak asymptomatisch of mild.

Ook de kans op ziekenhuisopname en IC is vele malen kleiner. Deze gevolgen lijken dus mee te vallen. Maar er is ook nog een ander ‘gevolg’ en dat is het gebrek aan contact en het gedwongen binnen zitten. Bezoek en verlof zijn belangrijke onderdelen van de behandeling. Dat binnen zitten richt schade aan: hoe langer hoe ingewikkelder de mogelijke gevolgen zoals ook de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving deze week in een rapport aangaf. Jongeren kunnen depressief worden en bestaande klachten verergeren, maar ook agressie kan de kop opsteken door frustraties en onduidelijkheid. Gelukkig houden veel instellingen hun onderwijs open, maar uiteindelijk zijn het menselijke contact met naasten en vrienden (verbondenheid) en de mogelijkheid om naar buiten te kunnen (autonomie) belangrijke motivationele elementen voor gedrag, herstel en ontwikkeling. Dat ‘gevolg’ is moeilijk uit te drukken in harde cijfers maar dat betekent niet dat we daaraan voorbij moeten gaan. Wat te doen?

Als eerste is het verstandig om niet te wachten op de virologen uit Den Haag met een exitstrategie, want de kans is groot dat de maatregelen voor de instellingen langer zullen duren dan strikt nodig is. Het is zaak om slim om te gaan met nu de bekende gegevens.

Als het gaat om bezoek, is niet op bezoek gaan bij verkoudheidsverschijnselen, social distancing, handenwassen en bij besmettingsvermoeden testen een pakketje maatregelen dat ‘kans’ aanmerkelijk terug kan dringen. Dat geldt overigens ook voor personeel. Ik begrijp heel goed dat sommige jongeren zich er niet aan gaan houden maar dat doen sommige studenten ook niet, en die mogen wel naar buiten. Kinderen buiten mogen na moederdag ook weer naar school. Als het gaat om verlof kunnen afspraken gemaakt worden over verplaatsingen en doel, maar ook over handenwassen bij terugkomst, net zoals we in de supermarkt doen. Bovendien weten we inmiddels meer over de verspreiding van het virus over Nederland. De twee Noordelijke provincies zijn nauwelijks getroffen, de ‘kans’ is hier dus veel kleiner dan bijvoorbeeld in Brabant. En in het algemeen geldt een evidence based benadering: bij twijfel testen, traceren en isoleren (ook voor personeel). Dat moet binnen de afgebakende populatie van de jeugdinstellingen toch kunnen?

Dit artikel is ook terug te vinden in de dossier Jeugdhulp en Coronavirus

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.