Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Heeft aanpassing Participatiewet oog voor de waarde van werk?

In juni presenteerde minister Schouten haar plannen om de Participatiewet aan te passen. De wet is nu namelijk onnodig hardvochtig, zoals blijkt uit een recente analyse van de wet. Meer maatwerk, meer oog voor de menselijke maat, en meer ruimte voor de rol van de professional, aldus de minister. Dat aanpassingen nodig zijn staat buiten kijf. Maar kan de wetsaanpassing systeemdenken doorbreken om werkelijk te komen tot inclusie, participatie en menswaardig werk voor iedereen?

3 augustus 2022

Aanpassing van de Participatiewet

Ook volgens de analyse van minister Schouten zijn er in de Participatiewet bepaalde “hardheden” ingebakken, die “hardvochtig” kunnen uitpakken en mensen “in de knel” brengt. Deze hardheden zelf staan echter niet ter discussie. Dat staat onder meer in de publicatie Participatiewet In Balans: Uitkomsten Beleidsanalyse (Ministerie van SZW, p. 22).

Wat deze beleidsanalyse duidelijk maakt, is dat het systeem van controle en wantrouwen de overhand kreeg. Hierdoor ging de wens, die gemeenten en re-integratie professionals wel degelijk óók voor ogen hebben, verloren. Uiteindelijk is de bedoeling van de wet mensen bestaanszekerheid te bieden door middel van een uitkering én te ondersteunen op weg naar een zinvolle en duurzame bijdrage aan de samenleving.

Wat in de discussie onvoldoende duidelijk wordt, is dat er een normatieve vraag aan ten grondslag ligt: wat willen wij met de wet bereiken? Hoe wegen we de verschillende doelen? En zijn we bereid doelen te heroverwegen als blijkt dat bepaalde doelen (fraude bestrijding) andere doelen (bestaanszekerheid en een duurzame en zinvolle bijdrage leveren aan de samenwerking in de vorm van werk) in het gedrang brengen?

Toekomstvisie en ruimte voor de professional

Dat de Participatiewet aangepast gaat worden, is een belangrijke stap vooruit. Toch staat er meer op het spel dan alleen een disfunctionele wet die om aanpassing vraagt. De discussie zou zich wat mij betreft breder moeten richten op de vraag wat eigenlijk de bedoeling van de bijstand/Participatiewet is. In hoeverre is een menswaardige bejegening van kwetsbare burgers, waar mensen rechten aan kunnen ontlenen en een overheid op kunnen aanspreken, op zichzelf een belangrijk democratische waarde?

Met de nadruk op eigen verantwoordelijkheid en het idee dat met hard werken iedereen een baan moet kunnen vinden (zeker in de krappe arbeidsmarkt van nu), worden conjuncturele schommelingen en structurele kwetsbaarheden, zoals onvoldoende scholing en begeleiding van werkzoekenden, toenemende eisen van werkgevers en individuele verschillen in vermogens en gezondheid als oorzaken van werkloosheid gebagatelliseerd.

Voor de NSvP: Kenniscentrum innovatief in werk was de huidige Participatiewet al langer een doorn in het oog. Twee onderzoekers kregen met behulp van een NSvP/NIAS-fellowship de ruimte om verandering te agenderen die nodig is om tot een arbeidsmarkt te komen die inclusief is en mensen werkelijk een duurzaam perspectief op werk biedt. Ik vat hun ideeën samen om de achterliggende problemen te verhelderen en de discussie de nodige diepgang te geven.

Toekomstvisie voor een inclusieve arbeidsmarkt

In 2021 schreef Ton Wilthagen, hoogleraar Universiteit Tilburg, het whitepaper De arbeidsmarkt transitie: naar meer waarde en meer werk. Zijn observatie is dat de Nederlandse arbeidsmarkt een inclusietekort heeft. In vergelijking met andere Europese landen is in Nederland de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking relatief laag. Hetzelfde geldt voor de uitstroom uit de langdurige bijstand en de investeringen in arbeidsmarkt- en scholingsprogramma’s voor mensen die buiten de arbeidsmarkt staan.

Zijn analyse gaat verder dan die van minister Schouten: om andere doelen te bereiken, moeten andere uitgangspunten geformuleerd worden. Wilthagen noemt er vier:

  1. de brede waarde van werk en het meedoen aan werk;

  2. de maatschappelijke baten van werk dienen beter inzichtelijk te worden gemaakt;

  3. de arbeidsmarkt moet meerdere vaarwegen krijgen naar zinvol werk;

  4. de menselijke maat en het (er)kennen van talent zijn cruciaal.

Deze adviezen gaan uit van een brede welvaart-agenda, waarin wij als samenleving als norm hanteren dat iedereen recht heeft op deelname aan de arbeidsmarkt. Als een wet participatie als uitgangspunt heeft, wordt het een normatief probleem als mensen worden afgeschreven en langdurig aan de kant staan. Het gaat dan niet over een technisch falen van een wet die participatie voor ogen heeft, maar een fundamenteel democratisch probleem.

Uitvoeringsorganisaties bepalen het gezicht van de overheid. De zogenoemde kinderopvangtoeslag- en boodschappenaffaires raken de democratie veel dieper dan alleen een doorgeschoten focus op fraude. Aanpassing van de wet beoogt dan om, met de menselijke maat en contact als uitgangspunt, het wederzijds vertrouwen te herstellen en daadwerkelijk mensen te ondersteunen bij het zetten van duurzame stappen naar de arbeidsmarkt. Niet als surplus op bestaanszekerheid, maar als fundamentele waarde.

Het probleem van focus op “effectieve uitvoering” en de basale rol van de professional

Een vergelijkbare analyse maakt Roland Blonk, hoofdonderzoeker bij TNO en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Als het gaat om de vraag hoe de effectiviteit van de uitvoering vergroot kan worden, vraagt Blonk zich terechte af wat precies met effectiviteit wordt bedoeld. De effectiviteit wordt vaak vertaald in beoogde output: een zo snel mogelijke uitstroom uit de uitkering. In dat geval gaan de economische afwegingen in een gemeente de boventoon voeren. Het belang van de inwoner, en de waarde van het vinden van zinvol werk voor de kwaliteit van leven van de werkzoekende, raakt daarbij uit beeld.

Andere bezwaren zijn dat uitkomstmaten erg weinig zeggen over effectiviteit; uitstroom wordt door veel verschillende factoren bepaald, en daardoor geeft het weinig inzicht in de kwaliteit van de begeleiding.

Tenslotte wekt outputsturing een instrumentele benadering in de hand. De focus komt te liggen op instrumenten die een snelle uitstroom mogelijk moeten maken, tegen zo laag mogelijke kosten. De aanname is dat het instrumentarium bepalend is voor de effectiviteit. Dit perspectief negeert de basale intermenselijke relatie tussen werkzoekende en professional.

Het is deze intermenselijke relatie die van belang is om een werkzoekende te ondersteunen op een weg naar werk die geplaveid is met afwijzing en teleurstelling. Als er geen vertrouwensrelatie is tussen professional en werkzoekende, ontbreekt de basis waarop instrumenten überhaupt effectief kunnen zijn.

Conclusie

Het is goed dat de wet herzien wordt, maar zal een andere wet, gebaseerd op dezelfde uitgangspunten, het verschil gaan maken? Bejegening en de menselijke maat hebben namelijk een breder belang dan de technische werking van de Participatiewet. In een democratische rechtstaat is een menselijke bejegening een waarde op zichzelf. De huidige financiële prikkels om uitkeringsgerechtigden zo snel mogelijk uit te laten stromen, zonder daarbij oog te hebben voor de langere termijn en de belangen van de werkzoekenden, dragen dan ook niet bij een aan goed functionerende arbeidsmarkt.

Het is belangrijk om te onderkennen dat de verschillende doelen die de Participatiewet voor ogen heeft, elkaar kunnen tegenwerken. Een duidelijke prioritering in het beleid is van cruciaal belang. Alleen dan kan een wetsaanpassing systeemdenken doorbreken om werkelijk te komen tot inclusie, participatie en menswaardigheid werk voor iedereen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.