Het is voor mensen met een beperking of chronische ziekte lastig om een betaalbare, toegankelijke woning te vinden. Een voorgenomen wetswijziging die nu ter consultatie voorligt en waardoor gemeenten aan bepaalde beroepsgroepen voorrang kunnen geven voor sociale huurwoningen maakt dat hun kansen nog verder afnemen. Dat is onwenselijk en Ieder(in) pleit er daarom voor om deze wetswijziging niet door te voeren.
Het wetsvoorstel tot wijziging van de huisvestingswet geeft gemeenten de mogelijkheid voorrang te verlenen aan woningzoekenden uit bepaalde beroepsgroepen. Bijvoorbeeld aan mensen die werken bij de politie, brandweer of andere hulpdiensten of in het onderwijs of de zorg. Een volgens ons nadelig gevolg hiervan is dat waar de ene groep voorrang krijgt, de kansen voor andere groepen juist afnemen.
Veel mensen met een beperking of chronische ziekte kunnen niet of niet volledig werken, waardoor ze vaak een laag inkomen of een uitkering hebben. Daardoor zijn zij vaak aangewezen op een betaalbare huurwoning. Met de voorgestelde wetswijziging nemen hun kansen op een betaalbare en toegankelijke woning ten opzichte van werkenden nog verder af. Het wetsvoorstel betekent dus een verdere verslechtering van de positie van mensen met een beperking of chronische ziekte. Het staat daarmee op gespannen voet met het VN-verdrag Handicap en de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.
In reactie op de consultatie pleit Ieder(in) ervoor de voorgestelde wetswijziging waardoor gemeenten voorrang kunnen verlenen aan bepaalde beroepsgroepen, niet in te voeren. Daarbij zou deze wetswijziging bovenop de stapeling van toewijzingsregels komen. En deze pakken nu toch al nadelig uit voor – met name jongere – mensen met een beperking: een tekort aan toegankelijke woningen, toegankelijke woningen labelen als 55plus-woning, geen medische urgentie als je geen zelfstandige woning achterlaat bij verhuizing.