De zorg voor ouderen staat onder grote druk. Een snel toenemend aantal (kwetsbare) ouderen, schaarste aan mensen, een hoog ziekteverzuim en hoge energielasten zijn enkele van de uitdagingen waar de ouderenzorg voor staat. Dit verhoogt niet alleen de druk bij zorgaanbieders, maar merken ook mantelzorgers en ouderen zelf. De noodzaak om te handelen is hierdoor nog groter geworden. Dit schrijft minister Helder voor Langdurige Zorg in haar Kamerbrief van 22 december over de voortgang van het programma ‘Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen’. Branchevereniging ActiZ deelt de urgentie die de minister beschrijft.
De beweging die minister Helder met het WOZO-programma beoogt heeft brede steun bij de betrokken partijen rond de zorg voor ouderen. ActiZ, branchevereniging van zorgorganisaties, mistte eerder de urgentie om snel passende maatregelen te nemen en constateerde dat het ministerie van VWS vooral op zoek leek naar technische oplossingen in plaats van ruim baan te bieden aan de benodigde beweging ‘zelf tenzij, digitaal tenzij, thuis tenzij’.
‘Wat ActiZ betreft is de minister in haar brief realistisch over de toekomst voor de zorg voor ouderen’. Zorgbestuurder Mireille de Wee, voorzitter van de ActiZ kerngroep Wonen en Zorg: ‘Het is goed dat de minister erkent dat de zorg voor ouderen nu al onder grote druk staat en dat het nodig is om snel te handelen. De gevolgen van de ouder wordende samenleving zijn nu al merkbaar, en landen in de ouderenzorg. We moeten er echt samen de schouders onder zetten om zorg voor kwetsbare ouderen nu en in de toekomst te kunnen blijven organiseren.’
“De zorg voor ouderen moeten we niet nog complexer maken, maar juist eenvoudiger” – Mireille de Wee, voorzitter ActiZ kerngroep Wonen en Zorg
Met haar brief brengt de minister focus aan op zaken die grote impact hebben. De minister zegt dat zij op korte termijn onder andere wil inzetten op het bevorderen van zelfredzaamheid van ouderen, op bouwen en toegang tot wonen in de langdurige zorg, op ondersteuning en zorg thuis en op meer aandacht voor informele zorg en de integratie van technologie.
ActiZ is blij met deze inzet maar heeft zorgen over de uitwerking van specifieke maatregelen. Bijvoorbeeld rondom samenwerking voor zorg en ondersteuning vanuit verschillende domeinen, de toegang tot het verpleeghuis en rond de uitvoering van het scheiden van wonen en zorg. Mireille de Wee: ‘De zorg voor ouderen moeten we niet nog complexer maken, maar juist eenvoudiger. Nog meer wetten en regelingen gaan niet helpen bij de oplossing van het probleem’.
Een andere zorg van ActiZ is het gebrek aan loonruimte. Dat de minister nog steeds niet meer loonruimte wil creëren is onbegrijpelijk en brengt de WOZO-beweging in gevaar. Om opnieuw aandacht te vragen voor de cruciale randvoorwaarde ondertekende ActiZ op woensdag 30 november het manifest: De medewerker op 1. ActiZ-voorzitter Anneke Westerlaken licht toe: ‘Om personeel goed te belonen en te behouden, is voor de vvt-sector ongeveer 1 miljard euro nodig. Dat is wat er nodig is om de loonkloof te dichten tussen zorgpersoneel in de fwg-schalen 25 tot en met 60, en werknemers met een vergelijkbare opleiding in de publieke sector of in de markt. Daar is de loonachterstand ongeveer 7,5 procent, zo berekende de SER in het advies ‘Aan de slag voor de zorg’. ‘De zorgprofessional is bij de zorg voor ouderen van cruciale waarde, dat moet door de maatschappij gewaardeerd worden.’
“Om personeel goed te belonen en te behouden, is voor de vvt-sector ongeveer 1 miljard euro nodig” – Anneke Westerlaken, voorzitter ActiZ
Ook met alle plannen die nu door het kabinet worden gemaakt, zullen de gevolgen van de vergrijzende samenleving voor ons allemaal merkbaar worden. ‘De verwachtingen over de zorg moeten worden bijgesteld', stelt Mireille de Wee, ‘want de zorg voor ouderen wordt sowieso anders. Waar mogelijk thuis en met meer inzet van hulpmiddelen, technologie en iemands netwerk. En die verandering van de zorg voor ouderen is nodig om verpleeghuiszorg zoveel als mogelijk te voorkomen en daarmee beschikbaar te houden voor de mensen die deze zorg het meest nodig hebben.’
Hoewel dit ook het uitgangspunt is van minister Helder in het WOZO-programma, worden moeilijke besluiten nog niet genomen, zo signaleert ActiZ. Bijvoorbeeld over de vraag voor wie het verpleeghuis in de nabije toekomst nog bedoeld is. De Wee: ‘Een integrale visie op de zorg voor ouderen is wat ons betreft noodzakelijk in de beweging naar toekomstbestendige ouderenzorg. Daartoe is samenhang en integraliteit in beleid en financiering voorwaardelijk. Alle goede bedoelingen ten spijt ontbreekt dit nog altijd.’