Met ingang van 1 januari 2021 wordt de nieuwe Wet Inburgering ingevoerd. Vanaf die datum zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inburgering van hun nieuwkomers. Wat houdt deze nieuwe wet in, wat zullen de grootste uitdagingen worden en hoe kunnen gemeenten hierin het best samenwerken met andere betrokken partijen? Senior adviseur bij BMC Peter Donders geeft antwoord op drie belangrijke vragen omtrent de nieuwe Inburgeringswet.
1. Wat houdt de nieuwe inburgeringswet in en wat betekent deze verandering voor het huidige inburgeringsstelsel in Nederland?
De nieuwe wet houdt in dat de regie over het inburgerings- en participatieproces weer bij de gemeente komt te liggen. Gemeenten dienen de inburgeraar een passend aanbod voor inburgering en participatie te doen. Daarnaast dient er een brede intake met de nieuwkomer te worden gehouden op 13 leefgebieden. Op basis van deze brede intake dient met iedere inburgeraar een Persoonlijk Inburgerings en Participatieplan te worden opgesteld en uitgevoerd.
2. Wat zullen de grootste uitdagingen voor gemeenten zijn, die de regierol op zich nemen?
De grootste uitdaging zal zijn invulling te geven aan de brede intake en het PIP. De brede intake wordt met de nieuwe wet verplicht. Het is de bedoeling dat met de statushouder een of meerdere gesprekken in relatief korte tijd worden gevoerd om op 13 leefgebieden zoals werk, zelfredzaamheid, sociaal netwerk, gezondheid, scholing, werkervaring, motivatie en interesses, de situatie van de statushouder in kaart te brengen. Vanuit de brede intake dient dan een persoonlijk Inburgerings- en Participatieplan (PIP) te worden opgesteld waarin wordt opgenomen de doelstellingen op inburgering en participatie die de statushouder dient te behalen, de activiteiten die daartoe worden ondernomen om de doelstellingen te halen en het tijdsbestek waarin de activiteiten worden uitgevoerd en uiteindelijk de doelstellingen behaald. Het is de bedoeling dat het PIP de vorm krijgt van een beschikking die door de gemeente wordt afgegeven. Monitoring op de voortgang vindt ook vanuit de gemeente plaats.
3. Hoe kunnen gemeenten samenwerken met andere betrokken partijen, zoals Vluchtelingenwerk en het COA?
Samenwerking met het COA wordt onder de nieuwe wet verplicht. Iedere statushouder zal verplicht moeten voorinburgeren en er zal een leerbaarheidstoets worden afgenomen. Dit gebeurd reeds op het AZC. Na toewijzing aan de gemeente dient deze het stokje over te pakken en te starten met de brede intake. Samenwerking met maatschappelijke begeleidingspartijen zoals Vluchtelingenwerk zal moeten worden bezien in hoeverre deze begeleidingspartijen een rol blijven spelen bij het begeleiden van de statushouder en diens inburgering.
Op 10 maart geeft Peter Donders de workshop Nieuwe Wet Inburgering. In de workshop zal Peter onder andere stilstaan bij:
Een sluitend inburgeringsaanbod en de leerroutes
De regierol van de gemeente: wat houdt deze in en hoe geven we die vorm?
De brede intake en het daaruit voortvloeiende Persoonlijke Integratie en Inburgeringsplan
De status van het PIP in de vorm van een beschikking. Begeleiding, monitoring en handhaving.
De inbedding van de nieuwe wet in het sociaal domein en meer specifiek de Participatiewet.
