In de Amsterdamse wijk Venserpolder gebeurt iets bijzonders. Bewoners, vrijwilligers en onderzoekers van de UvA werken daar samen aan een welzijnsdashboard: een overzicht van hoe het écht gaat met mensen in de wijk. Niet alleen in cijfers over werk of inkomen, maar ook over stress, veiligheid en de toegang tot gezond eten. ‘Bewoners zien dat hun stem telt.’
Het idee voor het welzijnsdashboard kwam niet vanachter een bureau, maar uit de wijk zelf. Stichting SES, een stichting in Amsterdam Zuidoost, zet zich al jarenlang in voor het welzijn van Venserpolder en heeft veel kennis over de wijk en haar bewoners. Die kennis wilden de medewerkers graag benutten en dus vroegen ze zich af: hoe kun je welzijn meten? En wat kun je met die informatie? Econoom en stadsstrateeg Najah Aouaki raakte betrokken en hielp om van dit idee een project te maken. Zij bracht de wijk in contact met de Universiteit van Amsterdam, waar onderzoeker Nicky Pouw enthousiast aanhaakte.
Pouw is onderzoeker op het gebied van welzijnseconomie. Bij deze blik op de economie staat menselijk welzijn centraal, in plaats van economische groei. Voor haar was er een belangrijke voorwaarde voor dit project: ‘We wilden alleen meedoen als dit echt een project van de bewoners zelf zou zijn. Niet van bovenaf, maar van onderaf opgebouwd.’ Inmiddels loopt het project met het Welzijnsdashboard in vier Amsterdamse buurten, en staat er een vijfde buurt op de planning. In alle buurten werkt de UvA continu samen met de buurtbewoners.
In buurten als Venserpolder is er vaak wantrouwen richting de gemeente of andere instanties als dit soort projecten worden opgetuigd. Dat bleek ook uit de eerste reacties van sommige bewoners. ‘Er zijn al zoveel beloftes gedaan,’ zegt Gilma Laurence van Stichting SES. ‘Maar vaak hoor je er daarna nooit meer wat van terug. Daarom is het zo belangrijk dat bewoners vanaf het begin onderdeel zijn van het project.’
De initiatiefnemers van Stichting SES gingen op zoek naar ‘sleutelpersonen’ uit de buurt: mensen die goed weten wat er speelt in de wijk. De onderzoekers interviewden deze mensen om informatie op te halen over de wijk, om vervolgens workshops te organiseren met een grotere groep bewoners. Tijdens die workshops leerden bewoners over het onderzoek en konden ze hun mening en ideeën delen over welzijn in hun eigen wijk.
Uit deze workshops kwamen ‘indicatoren’ naar voren, graadmeters die laten zien hoe de situatie is in de wijk, en hoe het met de mensen gaat. Pouw: ‘Er kwamen vragen naar boven als ‘voel je je veilig in je buurt? Is gezond eten betaalbaar en beschikbaar? Is er plek voor kinderen om te spelen?’
Na de gesprekken en workshops maakten de onderzoekers een vragenlijst. Die lijst is niet zomaar uitgedeeld of online gezet. Medewerkers van het project zijn zelf de buurt ingegaan, vaak samen met jongeren uit de wijk. Op sommige momenten liep er ook een tolk mee, om vragen te kunnen vertalen. Medewerkers gingen langs huizen, scholen, en stonden zelfs bij de Voedselbank. Dat was belangrijk, omdat niet iedereen makkelijk een formulier invult of digitaal vaardig is. Maar ook dié mensen wilden de onderzoekers graag spreken over hun ervaringen. ‘We willen dat mensen van verschillende leeftijden, achtergronden en woonvormen worden gehoord’, vertelt Lydia Pont, vrijwilliger bij Stichting SES en in het dagelijks leven fiscaal jurist, organisatieadviseur en trainer in persoonlijke ontwikkeling.
Ook jongeren worden actief betrokken. Het team liet een koffiekar ontwikkelen om op een speelse manier de vragen uit de vragenlijst te beantwoorden. De kar stond op allerlei verschillende plekken en evenementen in de buurt. Ook stelden de jongeren samen met Laurence hun eigen ‘dashboard’ samen. Zo dachten ze op een leuke manier na over hun buurt en welzijn, en werden ook de behoeften van jonge bewoners duidelijk.
In totaal zijn er bijna 300 enquêtes afgenomen, wat een hoop informatie opleverde. De gegevens worden gebruikt in gesprekken met de gemeente, woningbouwverenigingen en andere organisaties. Bewoners oefenen hoe ze met deze partijen in gesprek kunnen gaan en hoe ze daar de informatie bij kunnen gebruiken die uit de enquêtes zijn gekomen. ‘Daarmee zetten bewoners ook een grote stap in hun eigen kennis en persoonlijke ontwikkeling,‘ legt Pont uit.
Ook voor de universiteit is het project waardevol. Onderzoekers als Nicky Pouw kijken bijvoorbeeld naar de invloed van stress op hoe mensen keuzes maken met geld. ‘Mensen die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, leven vaak van dag tot dag,’ zegt Pouw. ‘Dat heeft invloed op hoe ze omgaan met werk, geld en gezondheid. Dat zien we nog te weinig terug in het standaard economische denken. Dit onderzoek heeft daar wél aandacht voor.’
Voor veel bewoners is het project ook persoonlijk waardevol. Laurence: ‘Ik dacht eerst: kan ik wel aan zo’n onderzoek meewerken? Maar het is juist belangrijk dat wij meedenken. En dat we de kennis doorgeven aan de jongeren én aan de oudere bewoners.’
Ook Pont ziet hoe bewoners zich ontwikkelen: ‘Mensen leren veel over onderzoek en gebruiken zelf inmiddels zelfs ingewikkelde termen als indicatoren en monitoren. Ze weten nu hoe beleid werkt en hoe je daar invloed op kunt hebben. En misschien nog wel het belangrijkste: ze zien dat hun stem telt.’