Ruim vijfhonderd zorgaanbieders in de wijkverpleging hebben een aanvraag ingediend voor financiële steun uit het IZA-fonds Wijkverpleging, dat brancheorganisaties ActiZ en Zorgthuisnl en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in maart hebben opgericht om de wijkverpleging een 'boost' te geven. Met de ingediende aanvragen is een totaalbedrag van ruim 50 miljoen euro gemoeid. In het fonds zit in totaal 75 miljoen euro.
Het IZA-fonds Wijkverpleging vloeit voort uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) en is bedoeld om de toegankelijkheid van de wijkverpleging te verbeteren. De drie brancheorganisaties (ActiZ, Zorgthuisnl en Zorgverzekeraars Nederland) hebben samen de voorwaarden bepaald. Zorgaanbieders konden vanaf 20 maart aanvragen indienen op de speciale website www.izafondswijkverpleging.nl. Dat kon tot 1 juni.
De extra financiering vanuit het IZA-fonds Wijkverpleging gaat naar grote en kleine zorgaanbieders, met of zonder contract met zorgverzekeraar(s), met eenvoudige projecten en innovatieve programma’s. Met het geld, dat door premiebetalers via de zorgverzekeraars wordt opgebracht, kunnen zorgaanbieders eenmalig projecten financieren. Het geld uit het IZA-fonds Wijkverpleging is niet bedoeld voor financiering van reguliere zorgverlening. Daarvoor bestaat de reguliere bekostiging vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw).
ActiZ, Zorgthuisnl en Zorgverzekeraars Nederland zijn tevreden over de respons op het fonds. Ze zijn ook blij dat de aanvragen divers zijn, zodat de projecten de hele sector een brede impuls geven. Grote onderdelen van aanvragen betreffen: passende zorg, werkplezier, regeldruk verminderen en het trainen van professionals op vaardigheden die passen bij de IZA-doelstellingen, zoals het bevorderen van de zelfredzaamheid van ouderen en de inzet op positieve gezondheid.
De komende periode worden de aanvragen beoordeeld. Zorgaanbieders krijgen vanaf half juli te horen of hun aanvraag wordt toegekend. Daarna is ook precies bekend wat het totale aangevraagde bedrag is en bepalen de drie brancheorganisaties wat met het restant van het fonds gebeurt. Mogelijk stellen zij het fonds voor een tweede keer open voor nieuwe aanvragen.