In het traject rond Beschermd Thuis is onverwacht het advies van de Raad van State (RvS) over het wetsvoorstel Woonplaatsbeginsel Beschermd Wonen gepubliceerd. De RvS adviseert om beschermd wonen nog niet over te hevelen naar alle gemeenten en het woonplaatsbeginsel nu niet in te voeren.
Volgens het advies zou dat pas kunnen als zeker is dat ‘de cliënten en de gemeenten daar klaar voor zijn'. Voor de VNG is het advies reden om met des te meer inzet verder te gaan met het traject dat we momenteel doorlopen, met het rijk en met andere betrokken partijen. Zoals eerder bericht, hebben we in een bestuurlijk overleg met staatssecretaris Van Ooijen (VWS) zijn zorgen over het traject (die zijn gebaseerd op het advies van de RvS) besproken.
De bestuurlijke delegatie van de VNG is er in het bestuurlijk overleg mee akkoord gegaan om in een werkgroep met VWS en BZK een aantal aandachtspunten rond de doordecentralisatie te onderzoeken en uit te werken. Dit in het vertrouwen dat dit helpt om de zorgen van de staatssecretaris van een antwoord te voorzien en het partnerschap met cliëntenorganisaties en branches van zorgaanbieders te versterken. Het uiteindelijke doel is draagvlak te creëren en te onderbouwen welke keuzes gemaakt worden op de weg naar sociale inclusie, en de kansen voor geslaagde implementatie en uitvoering optimaal te maken.
Het heeft geleid tot een intensief traject dat eind deze maand meer duidelijkheid moet bieden over de beweging van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis. Die beweging willen we immers op gang houden en daarin staan gemeenten niet alleen: alle betrokken partijen geven aan achter de visie te staan van een inclusieve samenleving waarin voor alle kwetsbare inwoners een beschermd thuis is. De door de werkgroep voorgestelde wijzingen zijn op die visie gebaseerd.
We zijn blij dat nu ook alle partners in de gesprekken precies op de hoogte zijn van de aandachtspunten van de RvS. Die bevatten overigens geen grote verrassingen. Alle punten komen in het eindrapport van de werkgroep aan de orde zodat de VNG-delegatie en de staatssecretaris, die elkaar hier op 30 juni a.s. weer over spreken, een weloverwogen besluit kunnen nemen.