Het Integraal Zorgakkoord (IZA), dat veertien zorgpartijen onder regie van het ministerie van VWS binnenkort willen sluiten, poogt de zorg hoogwaardig, toegankelijk, duurzaam, uitvoerbaar maar bovenal betaalbaar te houden. De concepttekst committeert zich aan de uitgangspunten van het recent verschenen Kader Passende Zorg, en vertaalt die naar acht clusters van noodzakelijke maatregelen, die vooral gericht lijken op nóg meer efficiëntie binnen bestaande zorgstructuren, terwijl een ander zorgsysteem met focus op preventie de beste oplossing is.
Het akkoord definieert zoals gezegd acht domeinen waar actie op nodig is:
passende waardegedreven zorg;
regionale samenwerking;
versterking van de eerste lijn;
samenwerking tussen sociaal domein, huisartsen en GGD;
preventie en leefstijl;
aantrekkelijkere taakstelling en arbeidsvoorwaarden voor zorgprofessionals;
digitalisering;
contractering (aanpassing van het zorginkoopproces)
Het leeuwendeel van deze domeinen is gericht op efficiëntere inrichting van het huidige zorgsysteem. Hoe goed de ideeën – die ik als zorgprofessional overigens vaak lastig kan doorgronden – ook uitpakken: de levering van hoogwaardige, duurzame én financieel acceptabele zorg voor iedereen bij een naar verwachting verder groeiende vraag die toch al reusachtig is door de efficiëntie te verhogen, lijkt me droomdenken.
De vergrijzing wordt vaak aangewezen als belangrijkste oorzaak van de chronische ziektepandemie die ons zorgsysteem langzaamaan onbetaalbaar en onuitvoerbaar maakt. Hoewel het verouderingsproces onlosmakelijk verbonden is met celschade die de kans op ziekte verhoogt, gaat ouder worden zeker niet noodzakelijkerwijs gepaard met ziekte. Die misperceptie komt waarschijnlijk voort uit de wetenschap dat meer dan 80 procent van de 60-plussers in Nederland één of zelfs meerdere chronische ziekten heeft. Het lijkt alsof we gedoemd zijn ziek te worden in de loop van ons leven. We weten echter ook dat mensen met een hogere opleiding en een hoger inkomen op hoge leeftijd veel minder ziek zijn dan mensen die het minder goed getroffen hebben. Deze ‘natuurwet’ is dus zeker niet altijd geldig.
Onze manier van leven verhoogt de kans op vrijwel alle chronische niet-overdraagbare ziekten waar ons zorgsysteem mee worstelt. Te veel van het verkeerde eten, veel te weinig beweging, chronische stress, te weinig slaap, roken, alcohol en toxines zorgen, samen met onze genetische architectuur én de bacteriën in onze darm, in de loop van jaren voor celschade en ziekte. Het goede nieuws is dat een gezonde leefstijl de kans op ziekte (veel) kleiner maakt. Het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science schatte twintig jaar geleden al dat 60 tot 90 procent van de niet-overdraagbare ziekte voorkomen kan worden door gezond te leven.
Gelukkig is er te midden van de door het IZA beoogde efficiëntieslagen een paragraaf over preventie en leefstijl. Die paragraaf is een verademing in termen van helderheid en praktische invulling. Er wordt in de context van preventie uitdrukkelijk gekozen voor samenwerking tussen zorg en samenleving. Dat is ontzettend belangrijk, omdat ons gedrag voor een reusachtig deel bepaald wordt door onze omgeving. De strijd tegen niet-overdraagbare aandoeningen kan nooit door de zorg alléén gewonnen worden in een obesogene maatschappij. Het is dus essentieel dat de overheid, zorgverzekeraars, het bedrijfsleven, patiëntenverenigingen, burgerinitiatieven, wetenschappers en zorgprofessionals samen aan de slag gaan.
Het concept-IZA wil dat uiterlijk op 1 januari 2025 de volgende doelen zijn geconcretiseerd:
niet vrijblijvende afspraken tussen zorgverzekeraars en gemeenten over gezondheidsbevordering van de bevolking;
een regionale netwerkstructuur waarin zorgprofessionals en gemeente samenwerken aan een regionale preventie-infrastructuur;
de zorgverzekeringswet geeft daar waar nodig ruimte aan leefstijlinterventie als structureel onderdeel van de reguliere zorg voor mensen met gezondheidsklachten.
er komt een gecoördineerde landelijke onderzoeksagenda voor preventieve leefstijlinterventies.
richtlijnontwikkelaars moeten zorgen dat leefstijlinterventies onderdeel worden van kwaliteitsstandaarden en professionele richtlijnen.
er is meer aandacht voor leefstijlgeneeskunde in zorgopleidingen.
Per 1 januari 2023 stelt VWS meerjarig middelen beschikbaar (!) voor de vorming van een brede leefstijlcoalitie die het een en ander gaat coördineren. VWS ziet voor zichzelf een belangrijke rol weggelegd om andere departementen aan te zetten tot het opnemen van gezondheidsbevordering in hun beleidsbeslissingen.
De zorg is in crisis, net als veel andere sectoren van onze samenleving. Een systeem dat steeds meer en steeds duurdere middelen gebruikt om ziekten te beteugelen, maakt de zorg op termijn onbetaalbaar en onuitvoerbaar. Het IZA stelt als doel die zorg hoogwaardig, toegankelijk, duurzaam, uitvoerbaar en betaalbaar te houden. Dat kan alleen door de vraag naar zorg te verminderen, en dat is zeker mogelijk.
Maar dat vraagt wel om maatschappelijke veranderingen. Het concept-IZA heeft daar gelukkig aandacht voor, maar het leeuwendeel van het akkoord gaat uit naar digitalisering, efficiëntere samenwerking, en verdere versterking van de eerste lijn als middel om de zorgkosten bij een groeiende zorgvraag de komende jaren minder sterk te laten stijgen. Het lijkt me een illusie dat daarmee de doelstellingen van het akkoord zullen worden gehaald.
Lees ook:
Het (gelekte) Integraal Zorgakkoord: wat staat er precies in?