De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet volop kansen voor verbeteringen in het toezicht op de hulp en ondersteuning die gemeenten bieden via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Vooral waar het gaat om regionale samenwerking, de onafhankelijke rol van de toezichthouder, het versterken van het proactieve toezicht en transparantie over en verantwoording van de keuzes die gemaakt zijn.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek dat de inspectie deed naar de kwaliteit van het Wmo-toezicht door of in opdracht van gemeenten in 2022.
De afgelopen jaren heeft de inspectie in jaarlijkse rapportages over het Wmo-toezicht inzichtelijk gemaakt dat het nodig en mogelijk is het Wmo-toezicht te verbeteren. Inmiddels heeft staatssecretaris Van Ooijen (VWS) een nieuw beleidskader gemaakt om het Wmo-toezicht te versterken. De staatssecretaris heeft dit beleidskader samen met het veld ontwikkeld en wil dit omzetten in een wetswijziging en stimuleringsprogramma. Daarom is het onderzoek van de IGJ dit jaar net iets anders dan voorgaande jaren.
Samenwerking tussen gemeenten in de uitvoering van het Wmo-toezicht nam licht toe in vergelijking met voorgaande jaren. Het is belangrijk dat gemeenten nog meer samenwerken. Samen ontwikkelen en verbeteren is leerzamer, kansrijker en leuker dan het alleen te doen.
Een Wmo-toezichthouder moet een onafhankelijk oordeel kunnen vormen, vrij zijn om te adviseren en keuzes in het toezicht te kunnen maken. Een overgroot deel van de gemeenten heeft het onafhankelijk functioneren van de toezichthouder vastgelegd. De inspectie adviseert gemeenten die dit nog niet gedaan hebben om dit ook te doen.
Bijna de helft van de gemeenten heeft nog niet vastgelegd op welke manier de toezichthouder zowel het reactieve toezicht als het proactieve toezicht uitvoert. Het is nog geen verplichting om dit te doen. Een combinatie van reactief en proactief toezicht kan zorgen voor meer kwaliteit van het Wmo-toezicht. Het advies aan gemeenten is om hier wel over na te denken en dit vast te leggen.
De inspectie adviseert gemeenten om een duidelijk openbaarmakingsbeleid op te stellen. Denk aan het openbaar maken van het jaarverslag van de Wmo-toezichthouder, maar ook aan afzonderlijke rapporten en adviezen. Daardoor krijgen inwoners, zorgorganisaties én de gemeenteraad meer zicht op de kwaliteit van de Wmo-ondersteuning.
Lees hier het rapport