Persoon A heeft 10 jaar gewerkt als vrijwilliger met een bijstandsuitkering. Hij/zij ontving in die 10 jaar uitsluitend een beperkte autokostenvergoeding. Persoon A vroeg geen toestemming aan de gemeente, omdat de vergoeding autokosten volgens Persoon A niet van invloed zou zijn op zijn/haar recht op een bijstandsuitkering. Na 10 jaar vordert de gemeente van persoon A €120.769,09 terug aan bijstand wegens schending inlichtingenplicht. Mag de gemeente dit doen?
Er is bij de bijstand een beperkte vrijlating voor kostenvergoeding wegens vrijwilligerswerk. De ontvangst van een vrijgelaten kostenvergoeding hoeft een bijstandsgerechtigde in principe niet uit zichzelf te melden bij de gemeente. De ontvangst van bedragen die niet onder de vrijlatingsregeling valt, moet iemand wel uit zichzelf melden.
Daarnaast moet de gemeente in voorkomende gevallen ook kunnen vaststellen dat bepaalde ontvangen bedragen inderdaad een vrij te laten kostenvergoeding voor vrijwilligerswerk betreffen. Een bijstandsgerechtigde is dan wel verplicht om, als de gemeente hierom vraagt, nadere inzage te geven in de herkomst en het karakter van de ontvangen bedragen.
Uitleg:
Op grond van art. 31 lid 2 onder k Participatiewet (PW), wordt een vrijwilligersvergoeding, onder voorwaarden, vrijgelaten. De hoogte van deze vrijlating sluit aan bij de fiscale vrijlating voor een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk. Het gaat dan (in 2022) om van ten hoogste € 180,00 per maand met een maximum van € 1.800,00 per jaar. Deze vrijlating is niet van toepassing op personen jonger dan 27 jaar.
Als een vrijwilligersvergoeding onder de vrijlating van art. 31 lid 2 onder k PW valt, hoeft een bijstandsgerechtigde de ontvangst ervan in principe niet op te geven bij de gemeente.
Los van de vrijlating van een (forfaittaire) vrijwilligersvergoeding op grond van artikel 31 lid 2 onder k PW, kan een vrijwilliger ook onkosten maken bij zijn vrijwilligerswerk. En zuivere vergoeding van dergelijke onkosten wordt voor de bijstand vrijgelaten. Deze vrijlating geldt ook voor bijstandsgerechtigden onder de 27 jaar (zie CRvB 16 november 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2841).
Ook een dergelijke zuivere kostenvergoeding hoeft in principe niet gemeld te worden bij de gemeente.
Een gemeente mag echter onderzoek doen naar iemands recht op bijstand. Dat kan als er daarvoor een speciale aanleiding is. Maar ook zonder concrete aanleiding mag een gemeente onderzoek doen, bijvoorbeeld in het kader van een periodiek heronderzoek.
Als dan bepaalde ontvangen bedragen vragen oproepen, zal de betreffende bijstandsgerechtigde deze vragen moeten beantwoorden. Ook als dit de ontvangst van vrijgelaten middelen betreft. De gemeente moet namelijk in staat gesteld worden om te kunnen controleren dat het inderdaad om vrij te laten middelen gaat.
Als dus een bijstandsgerechtigde vrijgelaten kostenvergoedingen niet meldt bij de gemeente, doet hij er verstandig aan om wel zijn eigen administratie op orde te houden. Anders loopt hij het risico dat, hij bijvoorbeeld bij een periodiek onderzoek naar zijn recht op bijstand, later niet meer aan kan tonen dat de ontvangen bedragen daadwerkelijk een vrijgelaten kostenvergoeding betroffen. De ontvangen bedragen zullen dan alsnog inkomen worden meegeteld en dat kan, afhankelijk van de omvang van de vergoedingen en de periode waarover het gaat, tot een aanzienlijke terugvordering leiden.
Om dit te voorkomen is het daarom verstandiger om, ondanks dat het strikt genomen niet hoeft, toch de ontvangst van dergelijke vergoedingen direct al te melden bij de gemeente. Dan kan iemand later nooit meer worden verweten dat hij de ontvangen bedragen eerder had verzwegen.
Uit de vraag blijkt overigens niet precies wat de omstandigheden van het geval waren. Het is op basis van de informatie uit de vraag dus ook niet aan te geven in hoeverre de terugvordering in dit geval terecht of onterecht zou zijn. Maar de hoogte van de terugvordering van de gemeente, doet wel vermoeden dat het hier gaat om meer dan alleen maar het niet zelf melden van vrijgelaten vrijwilligersvergoedingen in de zin van 31 lid 2 onder k PW en/of zuivere onkostenvergoedingen.
Meer antwoorden op gerelateerde vragen over de bijstand vindt u in Bijstand in 50 vragen.