Persoon A ontvangt pensioen van zijn/haar ex-partner en heeft een sociale uitkering. Het pensioen van Persoon A wordt door de gemeente in mindering gebracht. Daarbij houdt de gemeente op voorhand ook het vakantiegeld van Persoon A in. Dit krijgt Persoon A echter pas in mei uitbetaald. Hierdoor heeft Persoon A ca. tien euro per maand minder te besteden dan voorheen. Mag de gemeente dit doen?
Ja, dat mag (en moet) de gemeente zo doen.
In artikel 19 lid 1 Participatiewet (Pw) is bepaald dat de hoogte van de (maandelijkse) bijstandsuitkering het verschil is tussen de (toepasselijke) bijstandsnorm en het inkomen.
In artikel 31 lid 4 Pw is bepaald dat er bij ministeriële regeling regels worden gesteld over het in aanmerking nemen van de aanspraak op vakantietoeslag over een inkomen. Deze ministeriële regeling is de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. In artikel 10 van deze regeling is bepaald dat de aanspraak op vakantietoeslag bij het vaststellen van het recht op algemene bijstand moet worden meegenomen. In de volgende artikelen (11 t/m 14) staat vervolgens precies hoe dat moet gebeuren in verschillende gevallen.
Bij de inkomstenkorting op de bijstand wordt aldus het inkomen plus de aanspraak op vakantietoeslag gekort op de bijstandsnorm (inclusief de vakantietoeslag). Als de op grond van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ in aanmerking genomen vakantietoeslag in verhouding (iets) hoger is dan de bijstand begrepen vakantietoeslag, leidt dit inderdaad tot het resultaat dat het maandelijkse bedrag aan bijstand plus ander inkomen (iets) lager is dan het maandbedrag dat zou zijn ontvangen als er alleen maar een bijstandsuitkering zou zijn geweest. Daar staat dan tegenover dat bij de uitbetaling van het vakantiegeld het totale vakantiegeld juist weer (iets) hoger zal zijn dan in het geval er alleen maar sprake zou zijn geweest van een bijstandsuitkering.
Deze wijze van korten van iemands inkomen en vakantiegeld op de bijstand is wettelijk voorgeschreven. Een gemeente heeft hierbij dus geen beleidsvrijheid. Wel zou een gemeente, in gevallen waarin een betrokkene daaraan behoefte heeft, hem in zoverre tegemoet kunnen komen door de in de bijstand begrepen vakantietoeslag geheel of gedeeltelijk eerder uit te betalen.
