Hoe en door wie worden structurele medische beperkingen vastgesteld voor het verkrijgen van studietoeslag?
Formeel moet het college van B&W van de gemeente waarin betrokkene woont vaststellen of iemand een medische beperking heeft waardoor hij structureel niet kan bijverdienen tijdens de studie. Het gaat hierbij zowel om mensen die een te lage arbeidsproductiviteit (per uur) hebben om aan het minimumloon te kunnen komen als om mensen die vanwege een medische urenbeperking geen mogelijkheden hebben om naast de studie nog te werken.
De Participatiewet schrijft in het kader van de studietoeslag niet voor hoe het college dit moet vaststellen. Niettemin vereist de Algemene wet bestuursrecht dat besluiten zorgvuldig worden voorbereid. De benodigde medische kennis om te kunnen vaststellen of iemand een dergelijke medische beperking heeft, is echter (doorgaans) niet aanwezig binnen de gemeente. De gemeente zal dan eerst een medisch advies moeten vragen bij een deskundige (meestal een keuringsarts van het UWV).
NB: Er is momenteel een wetswijziging aanhangig bij de Eerste Kamer waarin ook met zoveel woorden wordt bepaald dat het college zich moet baseren op onafhankelijk medisch advies (tenzij het al evident duidelijk is dat betrokkene behoort tot de doelgroep voor de studietoeslag).
