Het College sanering zorginstellingen heeft de regels voor de vervreemding van onroerend goed van zorgaanbieders aangepast. Het College sanering heeft dit gedaan naar aanleiding van de motie Hijink/Werner die 30 juni 2021 is aangenomen. Met deze aanpassingen kan vastgoed van de zorg beter behouden blijven voor wonen en zorg.
Op dit moment is er een tekort aan betaalbaar vastgoed voor de zorgsector en sociale woningen. Om onroerend goed beter te behouden voor de sociale sector heeft het College sanering de beleidsregel aangepast. Het College sanering houdt in zijn toezicht nadrukkelijk rekening met het maatschappelijk belang van het behoud van vastgoed voor de sociale sector. Dit geldt in elk geval voor vastgoedtransacties met maatschappelijke partijen zoals jeugdzorginstellingen, woningcorporaties of gemeenten.
Bij verkoop en verhuur van hun onroerend goed, en de vestiging van beperkte rechten, mogen zorgaanbieders voortaan direct onderhandelen over de transactieprijs met organisaties zoals jeugdzorginstellingen, woningcorporaties of gemeenten. Eerder moest het te verkopen of te verhuren onroerend goed aan de markt worden aangeboden en was alleen na voorafgaande instemming van het College sanering directe onderhandeling mogelijk. Het “aan de markt aanbieden” gebeurde bijvoorbeeld door te adverteren op websites zoals Funda. Verder kan het College sanering bij vastgoedtransacties met andere partijen ook toestemming geven voor direct onderhandelen. Voorwaarden hiervoor zijn dat deze transacties goed gemotiveerd moeten zijn en dat er sprake is van een maatschappelijke opbrengst.
Daarnaast is er nu een uitzondering in de beleidsregel opgenomen voor het omgaan met de hoogste taxatiewaarde. Het kan zijn dat er een lagere prijs wordt afgesproken dan de hoogste taxatiewaarde. Dit is mogelijk omdat niet alle maatschappelijke opbrengsten of voordelen in geld zijn uit te drukken. Het College sanering bekijkt dit per geval en levert daarmee in maatwerk in zijn toezicht.