Wie een crisismaatregel krijgt opgelegd onder de Wvggz heeft recht op bijstand van een advocaat. Dit is een belangrijk recht. In de afgelopen periode is samen met ketenpartners bekeken op welke manier dit het best in de praktijk te brengen is, ook naar aanleiding van recente jurisprudentie.
Er was een geval waarbij betrokkene aangaf geen gebruik van een advocaat te willen maken, maar waarbij de rechter later toch oordeelde dat je er in crisissituaties niet te snel van uit mag gaan dat dit inderdaad is wat de betrokkene voor ogen heeft.
De ketenpartners zijn het snel eens geworden over de volgende werkwijze:
Na het opleggen van een crisismaatregel gaat er altijd vanuit de gemeente een signaal naar de Raad voor de Rechtsbijstand. Dus ook als betrokkene heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van een advocaat. De overweging daarbij is dat een advocaat die (daarna) met betrokkene in gesprek gaat, kan toetsen of hij/zij inderdaad afstand wil doen van het recht op bijstand.
Gemeenten houden de mogelijkheid om te registreren of betrokkene heeft aangegeven geen gebruik van een advocaat te willen maken.
Gemeenten zullen die vraag niet langer proactief (laten) stellen.
De Raad voor de Rechtsbijstand en de Nederlandse Orde van Advocaten hebben onderling afspraken gemaakt over een passende vergoeding voor advocaten die wel naar betrokkene gaan, maar geen diensten blijken te moeten verlenen. Het systeem van firma Khonraad is op deze werkwijze aangepast.