Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

De Wvggz: problemen in de praktijk of symptoom van een impasse in de politiek?

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is nu bijna drie jaar van toepassing. De recente evaluatie schetst echter een desastreus beeld. De vraag rijst hoe het komt dat, dertien jaar na aankondiging van de noodzaak van een nieuwe wet, dit de uitkomst is. En is dit specifiek voor deze wet? Of kijken we naar een dieperliggend probleem op de weg naar nieuwe wetten?

16 november 2022

De harde conclusie

Op 21 oktober 2022 deelde minister Conny Helder (Langdurige Zorg en Sport) de Kamerbrief over de evaluatie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd). De conclusie is ontluisterend. “Als het erom gaat dat een wet toegankelijk en werkbaar is, aansluit bij het terrein waarop deze van toepassing is en relatief makkelijk te implementeren, dan zijn de Wvggz en de Wzd in belangrijke mate mislukt.” Veel mensen die de wet in de dagelijks praktijk moeten toepassen zullen het hiermee eens zijn. Maar een belangrijke vraag die eigenlijk centraal moet staan wordt er niet mee beantwoord. Namelijk, is het doel van de wet – de rechtspositie en de zorg van patiënten binnen de psychiatrie verbeteren – voldoende behaald?

Zal het anders worden?

Wat betreft de uitvoerbaarheid wordt in de Kamerbrief een belangrijke oorzaak voor de problemen genoemd: “Alle betrokken partijen (ministeries, veldpartijen en de Tweede Kamer) hebben keer op keer bijgedragen aan het wijzigen of toevoegen van elementen, waardoor een steeds complexer wetgevingsgeheel is ontstaan.” Daaraan is weinig aan toe te voegen. De vraag is echter of dit in de toekomst zal veranderen. De minister stelt namelijk dat met alle betrokkenen de knelpunten en aanbevelingen worden besproken, en dat zijn “patiënten, naasten, vertrouwenspersonen, advocaten, psychiaters, verpleegkundigen, officieren van justitie, rechters, politie- en gemeenteambtenaren in aparte taakgroepen en samen in spiegelgroepen.” Wat zal er veranderen, als er wederom een poging wordt ondernomen en de belangen van iedereen te horen en dan consensus te bereiken? Het adagium ‘het betere is de vijand van het goede’ lijkt hiermee uit het oog verloren.

Gebrek aan daadkracht

Wat er misschien meer aan ontbreekt dan inspraak, is een gebrek aan daadkracht bij de politiek. Den Haag moet soms beslissingen nemen, naar beste weten, en daarvoor ook de verantwoording nemen. Wat is het idee achter de gekozen strategie iedereen te betrekken bij het opstellen van een wet over beslissingen ten aanzien van de vrijheid zelf keuzes te maken, de mate van verantwoordelijkheid die mensen in de maatschappij kan worden toegewezen ook als een vrije keuze ernstig nadeel brengt? Hoeveel verantwoording heeft het individu als het gaat over veiligheid voor de maatschappij, en waar eindigt deze? Dit zijn zeer complexe, ethische kwesties, waar een door de samenleving gekozen overheid een belangrijke rol in zou moeten spelen.

Wat er echter lijkt te gebeuren, is dat men deze lastige vragen en dilemma’s uitbesteedt aan experts. En dat blijken er ook nog eens heel erg veel te zijn. Daarmee poogt de politiek alle betrokkenen het gevoel te geven inspraak te hebben in het maken van wetgeving. Maar dat is het paard achter de wagen spannen. Politici zijn gekozen om de maatschappij te vertegenwoordigen. Dat houdt in dat juist zij bij wetgeving soms moeilijke keuzes moeten maken, in plaats van te leunen op de adviezen van de experts die zeker niet altijd in lijn zullen zijn met elkaar. Ook experts hebben namelijk belangen vanuit waar zij die adviezen geven.

De taak van de wetgever

Verantwoordelijkheid nemen voor wetgeving betekent aan mensen uitleggen waarom, alles gehoord hebbende, bepaalde keuzes zijn gemaakt, en dat bij het afwegen van belangen ook soms pijnlijke beslissingen moeten worden genomen. Een voorbeeld: enkele jaren geleden werd besloten dat de behandeling van de diagnose ‘aanpassingsstoornis’ niet meer werd vergoed. Dat vonden en vinden veel psychiaters en patiënten een slechte zaak, maar het is wel de taak van politici om beslissingen te nemen over wat onder de verzekerde algemene zorgtaak valt en wat niet. Of het een verstandig beslissing was doet er in dit geval niet toe. Dit is de kern de politiek, en het is uiteindelijk aan de kiezer om te bepalen of bepaalde politieke beslissingen ertoe leiden om voor een bepaalde partij te stemmen.

Het tweede aspect dat een rol speelt bij de moeilijke uitvoerbaarheid van het Wvggz is de toenemende juridisering van de samenleving. Er wordt hierdoor steeds meer naar de procedure in plaats van de inhoud gekeken. Recht creëert geen gerechtigheid, maar toetst slechts of er aan opgestelde regels (wetten) is voldaan. Dat een patiënt, die zich niet in een verplichte behandeling kan vinden, de behandeling eerlijker gaat vinden als hem of haar ‘de artikel 8:9-brief’ – vernoemd naar het artikel die de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg regelt – wordt overhandigd, is zeer onwaarschijnlijk. Kan een rechter nu makkelijker tot en weloverwogen oordeel komen bij de toekenning van een zorgmachtiging, omdat hij of zij de visie van de zorgverantwoordelijke, de onafhankelijke psychiater én de geneesheerdirecteur heeft gelezen, waarin alle mogelijke vormen van verplichte zorg zijn aangevinkt die eventueel kunnen worden toegepast? Is dit beter dan toen er alleen een medische verklaring bij de rechter kwam? Dit is natuurlijk een vraag die vooral rechters moeten beantwoorden. En hoeveel van ‘de artikel 8:9-brieven’ worden eigenlijk inhoudelijk getoetst? Of wordt er vooral afgevinkt, gecheckt op aanwezigheid van het formulier en dan in het dossier ermee? Waarschijnlijk kunnen we de retorische vraag bij nog meer formulieren die verplicht moeten worden aangeleverd stellen.

Gooi het kind niet met het badwater weg

Nu is niet alles slecht aan het Wvggz. Er is meer inbreng van patiënt en familie – die wettelijk is vastgelegd – en het gaat niet meer om het afwenden van gevaar, zoals in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De behandeling staat meer in de voorgrond.

Ook het feit dat behandelvormen van verplichte zorg worden getoetst door de rechter stelt terecht de eis aan behandelaren goed over de verplichte behandeling en daaruit voortvloeiende consequenties na te denken. Hier zouden overigens wel wat alternatieve behandelopties kunnen worden overwogen om toe te voegen aan het nu vrij beperkte lijstje interventies. Denk aan de inzet van ervaringsdeskundigheid en open dialogue (zie het artikel Herstelondersteuning psychische problemen vraagt om een open dialoog van Dienke Boertien en Floortje Scheepers).

Er is overigens nog een wereld te winnen. Alvorens over te gaan op verplichte GGZ zouden we meer tijd en ruimte moeten nemen om goed naar mensen te luisteren en samen te zoeken naar openingen in de complexe problematiek. Waar perspectieven botsen (dat van de patiënt, naasten en behandelaren) ontstaat ‘waardespanning’. Waardespanning betekent dat er spanning tussen waarden is. Een gelijkwaardige dialoog helpt om met deze spanning om te gaan, zonder in een reflex van fight (overtuigen en overnemen) of flight (weglopen en uit contact gaan) te schieten. Welke waarde als meest belangrijk wordt gezien, bepaalt vaak de uitslag van een gesprek. Het zou echter beter om te zoeken naar gemeenschappelijke waarden waarmee een start gemaakt kan worden met vrijwillige behandeling. Als dat echt niet lukt , s er pas plek voor de Wvggz.

Laten we bij een herziening van de wet niet het kind met het badwater weggooien, maar vooral bepalen wat de wetgever denkt over de beperking van vrijheden in het kader van psychiatrische problematiek. Als de wetgever hierbij ook ruimte voor dialoog voorschrijft worden de doelen van de wet waarschijnlijk eerder bereikt. Hoewel een heleboel groepen ook zullen aangeven dat zij er ook iets over te zeggen hebben, blijft dit essentiële punt een taak van de wetgever, met in achtneming van de grondwet, mensenrechten en de toepasbaarheid in de praktijk. Daarnaast vermindert een eenvoudigere wet de administratieve lasten, en dat zullen vooral psychiaters toejuichen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.