Om bij dakloosheid niet te dweilen met de kraan open, is een thuis en bestaanszekerheid voor iedereen noodzakelijk. Dat vraagt om een radicale verschuiving in de aanpak van dakloosheid: van het zoeken naar oplossingen achteraf, als mensen al dakloos zijn, naar het voorkomen dat mensen uitgesloten en dakloos raken. Maar hoe doen we dat? Judith Wolf, hoogleraar maatschappelijke zorg aan het Radboudumc, zet de belangrijkste punten op een rij.
Om te beginnen: kansen die essentieel zijn voor een stabiel thuis en een goed leven. Denk aan zekere huisvesting, een stabiel en toereikend inkomen, het makkelijker maken van gezond leven, betekenisvolle activiteiten, en positieve, ondersteunende relaties. Dat betekent het aanpakken van het structurele probleem van maatschappelijke ongelijkheid in Nederland. Hiervoor is in de eerste plaats politieke wil nodig. En inspanningen door Rijk en gemeenten om de bestaanscondities van mensen en hun zelfregie te versterken. Huisvesting heeft hier prioriteit, zoals het faciliteren van meer woningen en woonplekken, het verlagen van eisen aan wonen, het soepeler maken van regels voor onderhuur en woningdelen. Dit alles om het woningtekort tegen te gaan.
Daarnaast is een toereikend en stabiel inkomen essentieel voor het voorkomen van dakloosheid. Dat betekent onder meer (verder) aan de slag met het verhogen van het minimumloon, het afschaffen van de kostendelersnorm, het sneller starten van saneringstrajecten bij schulden door preferente posities van bepaalde schuldeisers op te heffen, het afschaffen van een zoekperiode van vier weken voor jongeren onder de 27 jaar in de Participatiewet en, meer algemeen, het doorbreken van verkokering in beleid en het beter onderling afstemmen van wet- en regelgeving, zoals bij de 18-/18+ aansluiting Jeugdzorg en Wmo.
Concreet betekent dit toegang tot alles wat mensen nodig hebben voor een stabiel thuis en een goed leven. Veel mensen die op achterstand staan of dreigen achterop te raken ervaren hoge drempels bij het krijgen van ondersteuning en rechtsbescherming. Zij maken geen gebruik van beschikbare regelingen en toeslagen, deels vanwege een gebrek aan vertrouwen in de overheid. Ook ontvangen zij vaak niet de ondersteuning die zij gezien hun situatie nodig hebben. Dit vraagt om het opsporen en tegengaan van systeemfouten, zoals wetgeving die in de uitvoering elkaar tegenwerkt, en feitelijk een vereenvoudiging van het systeem van regelingen en toeslagen. Veel kan echter nu al worden gedaan, zoals het zorgen voor een effectieve vroegaanpak bij betalingsachterstanden en schulden, of het realiseren van gemakkelijk te verkrijgen en goed te begrijpen informatie over alle leefgebieden met op maat advies – onder meer bij inloop- en steunpunten in de wijk. Ook de inzet van maatjes en ervaringswerkers en het faciliteren van (toegang tot) rechtsbescherming en juridische ondersteuning versterken de zelfregie en weerbaarheid van mensen.
Wat de acties voor een betere toegang ook zijn: de impact daarvan zal sterk afhangen van de mate waarin die worden uitgevoerd volgens de bedoeling, dus vanuit de leefwereld, behoeften en wensen van de mensen die in de knel zijn geraakt. Alleen door wezenlijke aansluiting, wederkerigheid en vertrouwen in de relatie is impact mogelijk. Dat betekent werken aan een uitvoeringspraktijk die is gestoeld op een menselijke maat.
Met preventie van dakloosheid wordt een beweging ‘naar voren’ gemaakt. Om dat te laten slagen is een stevige sociale basis onmisbaar. Bij de sociale basis gaat het om het geheel van organisaties, diensten en voorliggende voorzieningen, zoals sportverenigingen, hobbyclubs, vrijwilligerswerk, kerken, scholen, bibliotheken, culturele (buurt)centra en woningcorporaties in samenhang met het weefsel van informele en formele relaties en verbindingen tussen alle betrokkenen. Een stevige sociale basis gaat over de leefbaarheid en vitaliteit van wijken en draagt bij aan:
1) verbondenheid met medemensen en betrokkenheid bij de gemeenschap;
2) samenredzaamheid, zodat iedereen kan meedoen en elkaar kan steunen;
3) zelfredzaamheid en ontplooiing door het vergroten van het vermogen voor zelfstandig leven en eigen probleemoplossing van mensen.
Belangrijke vragen bij het versterken van die basis zijn: wat is er in de sociale infrastructuur aanwezig voor het vervullen van belangrijke functies voor mensen op achterstand, zoals ontmoetingen, activiteiten, informatie & advies en ondersteuning, en zijn die voor deze mensen voldoende toegankelijk? En welke relaties en netwerken doen er vooral toe? Zijn die accepterend en ondersteunend en bereid er ‘te zijn’ voor de mensen als dat nodig is?
Cruciaal voor een succesvolle beweging ‘naar voren’ is ook een goede aansluiting tussen de informele relaties en netwerken en de ambulante begeleiding die professionals bieden bij het (weer) zelfstandig wonen van kwetsbare mensen. Kortom: de aansluiting op ondersteuning door wijkteams, sociaal werk en de eerstelijnszorg, en de begeleiding vanuit onder meer de maatschappelijke opvang en de geestelijke gezondheidszorg. Met de vraag of ook deze professionals voldoende zijn toegerust voor hun andere taken en verantwoordelijkheden.
Preventie van dakloosheid zet pas echt zoden aan de dijk als:
1 ingezet wordt op een fundamentele verandering van het systeem. Er wordt een beweging gemaakt van opvang naar preventie en wonen – dus naar wonen en ondersteuning van mensen in hun leefwereld – in het sociaal domein;
2 de structurele factoren, mechanismen en processen van sociale uitsluiting en dakloosheid door alle overheden (nationaal, lokaal, regionaal) en alle betrokken partners worden aangepakt;
3 in de ondersteuning van mensen geen onderscheid en selectie wordt gemaakt tussen zelfredzamen en niet-zelfredzamen. Iedereen die onderdak verliest heeft ondersteuning nodig, op maat, dus verschillend in soort, intensiteit en duur.
De Preventie Alliantie ondersteunt gemeenten en hun partners bij de opgave van preventie van dakloosheid en heeft als leidraad hierbij het beleidskader sociale inclusie ontwikkeld (Wolf, 2022). In de Gids voor preventie van dakloosheid ‘Toekomst met een thuis’ zijn voor elk van de pijlers acties beschreven die bijdragen aan het voorkomen van dakloosheid. Bij elkaar geven die acties de mogelijkheid van reflectie op de preventieve aanpak, lokaal en regionaal. Wat is de kracht en wat wil je als gemeente en partners behouden? Wat zijn de kansen voor versterking en wat wordt met prioriteit in actielijnen aangepakt? Dit geheel van acties wordt met die bedoeling ook uitgevraagd in de Preventiescanner Dakloosheid.