Wat was ook alweer de insteek van de decentralisaties die per 1 januari 2015 zijn doorgevoerd? Naar mijn idee was de insteek vooral om de zorg dichter bij de burger te organiseren en daardoor lichtere en goedkopere vormen van zorg en ondersteuning mogelijk te maken. En dat op een laagdrempelige manier. Natuurlijk zijn er nog tal van andere redenen te bedenken, maar deze springt er wat mij betreft met kop en schouders bovenuit.
Als ik kijk hoe de zorg is geregeld voor kinderen tot 18 jaar, die dringend Jeugdhulp nodig hebben, lijkt dit her en der in het land toch te mislukken. Zo zijn er gemeenten die wachtlijsten moeten hanteren omdat instellingen de vraag niet aankunnen. Maar nog erger: omdat de gemeentelijke budgetten op zijn! Ik vraag me oprecht af hoe dit toch kan.
Kinderen tot 18 jaar zijn een van de meest kwetsbare doelgroepen in het sociaal domein. Ouders met een hulpvraag trekken niet snel aan de bel omdat ze vaak vinden dat ze het zelf moeten kunnen. Schaamte en het gevoel te falen spelen daarbij een rol. In de praktijk zie ik vaak dat ouders zich wenden tot hun huisarts, want dat is de meest logische plek als je niet weet hoe je je kind kunt helpen. Dat blijkt ook uit het hoge aantal verwijzingen van huisartsen naar gespecialiseerde Jeugdhulp. En dat is nou net de route waar gemeenten (nog) het minst vat op hebben.
Ik kan me trouwens heel goed voorstellen dat huisartsen voor deze route kiezen: zij kennen het kind en zijn ouders en willen de beste oplossing voor het gezin, zonder direct te letten op de kosten van die oplossing. En dat is toch iets wat sinds de decentralisaties een belangrijke rol speelt. Kijk ook maar naar de insteek die ik aan het begin benoem. En die insteek is, met de krimpende budgetten in het achterhoofd, vanuit gemeenten gezien ook goed te begrijpen. Dat lijkt me een onmogelijke spagaat. Ik ben dan ook niet jaloers op gemeentelijke budgethouders.
De vraag is natuurlijk: hoe moeten we samen de Jeugdhulp binnen het sociaal domein zo inrichten dat volgende generaties de hulp krijgen die noodzakelijk is? Niemand wil dat hulp voor deze groep te laat komt, met alle gevolgen van dien.
Ik heb daar geen direct antwoord op, maar weet dat er nog veel slagen te maken zijn om de insteek van de decentralisaties te realiseren! De samenwerking met álle ketenpartners moet hierbij vooropstaan, vanuit het vertrouwen en de wens om er samen voor te zorgen dat onze kinderen kunnen opgroeien met de hulp die ze daarbij nodig hebben. Dat wens ik ieder kind en zijn ouders van harte toe!