Nu de maatregelen rondom de coronacrisis voorbij zijn, lijkt ook de aandacht voor eenzaamheid af te nemen. Onterecht, want eenzaamheid is niet opgelost nu we elkaar weer gemakkelijker kunnen ontmoeten. Om eenzaamheid terug te dringen is meer nodig dan het organiseren van contacten, zeker voor ouderen.
Eenzaamheid is een gevoel dat elk mens, van jong tot oud, wel eens ervaart. Het is het gevoel dat samenhangt met een pijnlijk gemis aan verbondenheid: een gemis aan intimiteit met een partner, familie of vrienden, het gemis aan gezelschap of sociale activiteiten, of een gevoel van verlatenheid en zinloosheid.
Eenzaamheid is niet hetzelfde als ‘alleen’ zijn. Het is per definitie een negatief gevoel, terwijl ‘alleen zijn’ ook prettig kan zijn. Eenzaamheid is een problematische vorm van ‘alleen zijn’; een gemis aan verbinding, terwijl je daar wel naar verlangt. Maar ook als je bent omringd door mensen, kun je heel eenzaam zijn. Bijvoorbeeld omdat de kwaliteit of de diepgang van de contacten die er wél zijn niet voldoen aan je behoefte.
Eenzaamheid ontstaat vaak door ingrijpende omstandigheden of gebeurtenissen, zoals het verlies van een dierbare, een echtscheiding, een verhuizing, of het verlies van werk. Normaliter gaat het gevoel van eenzaamheid na verloop van tijd weer over: door nieuwe contacten, of door activiteiten die voor afleiding zorgen. Maar soms is dat geen oplossing en neemt het gevoel van eenzaamheid de overhand. Als eenzaamheid chronisch wordt, kan het mensen gaan belemmeren. Het kan er toe leiden dat mensen zich steeds verder terugtrekken.
Bij ouderen heeft eenzaamheid meer kans dan bij jongere mensen, omdat ouderen vaker te maken krijgen met ingrijpende situaties en omstandigheden. Denk aan het overlijden van hun partner, gezondheidsproblemen, een teruglopende mobiliteit, of verhuizing naar een (beter) geschikte woning. Ook stoppen met (vrijwilligers)werk en het verlies van de bijbehorende sociale rol of status kan bijdragen aan een gevoel van eenzaamheid. Een netwerk dat voldoende sociale steun kan bieden, helpt deze veranderingen op te vangen en de negatieve gevolgen ervan te beperken of te verzachten.
Terwijl hun behoefte aan betekenisvolle relaties toeneemt, zien ouderen hun netwerk juist krimpen. Er vallen mensen weg en het onderhouden van bestaande contacten wordt moeilijker vanwege problemen met de gezondheid of de mobiliteit. Bestaande relaties kunnen ook van karakter veranderen. Als iemand bijvoorbeeld afhankelijk wordt van de zorg van een partner of kinderen, is het lastiger om gelijkwaardigheid en wederkerigheid in de relatie te behouden. Deze veranderingen kunnen gevoelens van eenzaamheid in de hand werken.
De laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat chronische eenzaamheid ernstige gevolgen heeft voor iemands gezondheid, welzijn en kwaliteit van leven. Mensen die langdurig eenzaam zijn kunnen somber of depressief worden, of last krijgen van fysieke klachten, zoals hoofdpijn, slaapproblemen en een verminderd afweersysteem. Soms is sprake van een neerwaartse spiraal, waarbij ook problemen ontstaan op andere levensgebieden, bijvoorbeeld met schulden, zelfzorg of zingeving.
Om de schadelijke gevolgen van langdurige eenzaamheid te beperken, worden veel interventies ingezet om eenzaamheid bij ouderen terug te dringen. De meeste interventies zijn gericht op het stimuleren van ontmoetingen, vanuit de gedachte dat contacten de beste remedie vormen tegen eenzaamheid. Daarmee wordt echter voorbij gegaan aan de veelzijdigheid en complexiteit van eenzaamheid. Nieuwe contacten zijn niet altijd een adequate oplossing voor eenzaamheid bij ouderen, omdat de oorzaken ervan vaak onomkeerbaar zijn.
Ouderen worden vaak selectiever in het aangaan van sociale contacten. De meeste ouderen hebben vooral behoefte aan emotionele steun en diepgang in contacten, terwijl oppervlakkige contacten minder belangrijk worden. Dat is zeker het geval als ze te maken krijgen met ingrijpende gebeurtenissen en verlieservaringen. Vertrouwde en betrokken relaties bieden ondersteuning, waardoor ouderen nieuwe situaties beter kunnen accepteren en zich kunnen aanpassen aan de omstandigheden. Als een ondersteunend netwerk ontbreekt, werken ingrijpende gebeurtenissen langer door.
Sociale relaties waarin mensen zich veilig voelen en hun kwetsbaarheid kunnen tonen, zijn daarnaast een belangrijke bron van zingeving. Ze helpen bij het vinden van een betekenis of een doel, en bij het opnieuw krijgen van controle over hun leven. Het gevoel de moeite waard te zijn voor anderen zorgt er bovendien voor dat mensen hun eigenwaarde behouden, ongeacht de ernst van de gebeurtenissen waarmee ze worden geconfronteerd.
Eenzaamheid bij ouderen gaat dus gepaard met een behoefte aan zingeving. Betekenisvolle relaties voorzien in de behoefte aan verbondenheid en vergroten het gevoel dat het leven zinvol is. Andersom helpt de ervaring dat het leven zinvol is bij het leggen en onderhouden van contacten. Het is daarom belangrijk dat inspanningen om eenzaamheid van ouderen terug te dringen zowel gericht zijn op hun sociale behoeften als op hun zingevingsbehoeften.
Interventies die activering en ontmoeting stimuleren, zijn gericht op sociale behoeften. Meedoen aan activiteiten of actieve betrokkenheid bij een vrijwilligersorganisatie, een kerk, een buurtvereniging of de zorg voor kleinkinderen, dragen bij aan een zinvolle dagbesteding en kan het gevoel van eenzaamheid verminderen.
Daarnaast zijn interventies nodig die gericht zijn op het omgaan met verlieservaringen die niet te compenseren zijn. Het gaat dan niet om activering of ontmoeting, maar om een-op-een-contacten waarin persoonlijke aandacht voor iemands situatie en zorgen voorop staat. Deze persoonlijke aandacht is niet alleen van belang in eenzaamheidsinterventies, maar in alle hulpverleningscontacten, bijvoorbeeld van de thuiszorg (bij gezondheidsproblemen) of het maatschappelijk werk (bij praktische problemen). In deze contacten kan de hulpverlener signalen van eenzaamheid herkennen en bespreekbaar maken, en samen met de oudere onderzoeken welke hulp of ondersteuning passend is. Dat kan een interventie zijn die gericht is op activering, maar ook hulp die expliciet gericht is op zingevingsvragen, bijvoorbeeld een maatjesproject met vrijwilligers die daarvoor getraind zijn.
In alle gevallen staan de behoeften van de persoon centraal. Hoewel de eenzaamheid niet altijd oplosbaar is, hebben deze interventies wel een positieve impact op de ouderen. Door de persoonlijke aandacht, betrokkenheid en zorg, voelen zij zich weer ‘gezien’ en ‘gekend’. Deze ervaring voorziet in een fundamentele menselijke behoefte en draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van leven van ouderen die eenzaam zijn.