Burgers die een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ervaren weinig invloed en regie tijdens het proces van aanvragen. Vaak stuiten ze op wantrouwen en stroperige procedures. Dit blijkt uit onderzoek van de Nationale ombudsman. De bevindingen uit het rapport ‘Burger in zicht!’ sluiten aan bij signalen die Ieder(in) al jaren krijgt vanuit haar achterban: juist voor mensen met een complexere ondersteuningsvraag schiet het systeem tekort. Ieder(in) pleit ervoor dat mensen met een levenslange levensbrede beperking of chronische ziekte een grotere stem krijgen in het Wmo-beleid.
De Nationale ombudsman onderzocht in welke mate burgers in de Wmo invloed ervaren tijdens het aanvragen van voorzieningen. Ook onderzocht hij of de burger via adviesraden invloed kan uitoefenen op beleid en uitvoering in de Wmo. Hiervoor sprak de ombudsman met diverse organisaties, waaronder Ieder(in), met burgers die gebruik maken van de Wmo en met burgers die lid zijn van een Adviesraad Sociaal Domein.
Uit het rapport én uit meldingen die Ieder(in) al sinds lange tijd ontvangt blijkt dat mensen die een Wmo-voorziening aanvragen zich onvoldoende gehoord voelen. Toegangsmedewerkers bij de gemeente hebben veelal onvoldoende kennis over leven met een beperking, er is een gebrek aan maatwerk en de inzet van onafhankelijke clientondersteuning wordt vaak belemmerd. Ieder(in) merkt dat vooral mensen met een complexe zorgvraag bureaucratie, onvoldoende deskundigheid en lange doorlooptijden in de toegang ervaren.
De Nationale ombudsman concludeert daarnaast dat Adviesraden Sociaal Domein vaak te weinig en te laat worden betrokken bij het gemeentelijk Wmo-beleid. Een gemiste kans, aldus de ombudsman. Mensen met een levenslange levensbrede beperking ervaren de meeste knelpunten. Daarom pleit Ieder(in) ervoor dat wettelijk geregeld wordt dat iedere gemeente een onafhankelijk, lokaal platform van mensen met een beperking en chronische ziekte faciliteert en actief betrekt bij het beleid.
Een klacht indienen over de Wmo is voor burgers ingewikkeld, zo blijkt uit het onderzoek van de Nationale ombudsman. Het is vaak onduidelijk waar ze terecht kunnen met hun klacht. Burgers zijn ook bang dat het indienen van een klacht negatieve gevolgen heeft voor hun ondersteuning. Ieder(in) herkent dat veel mensen geen klacht durven in te dienen tegen de gemeente of zorgaanbieder waarvan ze afhankelijk zijn.
De aanbevelingen die Ieder(in) eerder deed voor een sterker en menselijker sociaal domein zijn te vinden in het Manifest Maak Sociaal domein topprioriteit en in een brief aan de Tweede Kamer.
Rapport ‘Burger in zicht!’ van de Nationale ombudsman