PONT | Zorg & Sociaal sprak Jacqueline Bakker, directeur Factum Advies, over de grootste uitdagingen in het sociaal domein en ontwikkelingen die aandacht verdienen. “Alleen wijzen naar de bestuurders en de beleidsadviseurs is te makkelijk. Als inwoners van Nederland zullen we ook zelf letterlijk over de spreekwoordelijke ‘eigen schutting’ moeten kijken.”
Een van onze dossiers is het persoonsgebonden budget. Daar heeft iedereen wel een mening over.
De ontstaansgeschiedenis, de aanleiding, verdwijnt geregeld naar de achtergrond door negatieve verhalen in de media. Daarbij vraag ik me af hoe zich dat eigenlijk percentueel verhoudt tot de financiering van zorg in natura. Alsof daar geen misstanden zouden zijn.
Het persoonsgebonden budget is een mooie vorm waarin zorg en voorzieningen gefinancierd kunnen worden. Maar het is ook een kwetsbaar systeem, gericht op de wensen van het individu. Het versterkt daarmee indirect onze ‘ik-samenleving’.
Persoonlijk sta ik daar ambivalent in. Juist door schaarste van arbeidskrachten en toename van vragen voor zorg en begeleiding komt dit onder druk te staan. Daarbij vraag ik me af hoe individueel gerichte regelingen houdbaar zijn in het zorgstelsel, dat van oorsprong gebaseerd is op solidariteit.
Aan de andere kant zijn instanties of organisaties niet of onvoldoende geëquipeerd om aan specifieke zorg- en begeleidingsbehoefte in de thuissituatie te voldoen. Ook draagt de bureaucratie er niet altijd aan bij om het wel goed te regelen.
Het pgb-themadossier past goed bij Factum. Onze missie is namelijk: iedereen telt mee! Een pgb biedt de mogelijkheid om invulling te geven aan zorg en begeleiding die passend is voor de persoon. De overheid wil echter graag zicht houden op de uitgaven, en ja, er zijn (beleids-)plannen nodig om dat te realiseren.
Het is zeker belangrijk dat het budget verantwoord wordt besteed, dat geldt zowel voor pgb als bij zorg in natura. Maar we moeten opletten dat door regeldruk de mens die aangewezen is op zorg en begeleiding niet ondersneeuwt.
De grootste uitdagingen zijn mijns inziens het financieel behapbaar houden van het sociaal domein, zowel qua uitvoering als financiering. Hoe zorgen we er met elkaar voor dat het beschikbare budget daar komt waar het voor bedoeld is? Dat er geen grote hap verloren gaat aan bureaucratie en het dichttimmeren voor ‘als-dan’-situatie?
Je zou denken dat weinig mensen daartegen zullen zijn. Maar waarom lukt het ons als mensen dan niet om met een overstijgende blik naar een situatie te kijken? Om uiteindelijk toch weer te vervallen in allerlei mitsen en maren op basis van wet- en regelgeving.
Als het gaat om ontschotting van wet- en regelgeving, zie ik enige kansen. Soms wordt pijnlijk duidelijk hoe een praktisch oplosbaar probleem de nek wordt omgedraaid. Enkel omdat het op basis van wet- en regelgeving niet kan, of een effectieve oplossing kan niet doorgaan, omdat de instantie die het bedenkt er zelf financieel niet beter van wordt en de baten ten goede komen van een andere organisatie. Hierdoor stagneert een effectieve oplossing.
Alleen wijzen naar de bestuurders en de beleidsadviseurs is te makkelijk. Als inwoners van Nederland zullen we ook zelf letterlijk over de spreekwoordelijke ‘eigen schutting’ moeten kijken en meer ontwikkelen richting een wij-samenleving, een samenleving waar je er voor elkaar bent.
Tevens zullen we meer onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en aanvaarden dat we met minder ook tevreden kunnen zijn. Daarbij denk ik aan een tekst, van de Griekse filosoof Epicuris: “Wanneer genoeg te weinig is, is niets genoeg.” Zolang we dat blijven denken, gaan we als samenleving vrees ik niet veel verder komen.
De ontwikkelingen en opgaven in het sociaal domein zijn enorm groot. Er zijn op verschillende vlakken ontwikkelingen gaande die allen aandacht behoeven, zoals de houdbaarheid van de Jeugdwet.
Hoe blijft het jeugdzorgstelsel financieel behapbaar en voor wie en welk aanbod van de Jeugdwet is de gemeente verantwoordelijk? Moet er meer geïnvesteerd worden in het voorliggend veld? Of in bijvoorbeeld het intensiveren en/of het beter afstemmen van de samenwerking tussen onderwijs en de Jeugdwet?
Ook de eigen bijdrage voor de Wmo gaat -terecht- op de schop, zodat de aanzuigende werking voor hulp bij het huishouden afneemt. Hiermee is er meer financiële ruimte voor de inzet van Wmo-maatwerkvoorzieningen voor burgers die erop aangewezen zijn. Het Toezicht in de Wmo scherper in regelen verdient ook aandacht.
Een andere opgave ligt binnen het faciliteren van arbeidspotentieel dat we laten liggen in een tijd van arbeidskrapte. Het is onbegrijpelijk dat er mensen zijn met een afstand tot de arbeidsmarkt, die erg graag willen werken, maar waarvoor onvoldoende mogelijkheden zijn. Dat vergt een andere aanpak. Eveneens het eerder benutten van de kennis en arbeidsvaardigheden van statushouders en vluchtelingen.
En als laatste, de SPUK-regeling, een specifieke regeling om overheidsbeleid te vertalen naar lokaal beleid met betrekking tot sport, bewegen, cultuur, gezond en actief leven en preventie. Dus meer oog en budget om de voorwaarden te scheppen voor een gezonde samenleving, een goede sociale basis, waar burgers wel bij varen.
PONT | Zorg & Sociaal bestrijkt een groot werkveld. Op een deel van dat domein zijn we als Factum al 25 jaar actief met als specialisatie de Wmo en de Jeugdwet.
De medewerkers van Factum zijn werkzaam in de uitvoering of houden zich bezig met kwaliteit en werkprocessen, zetten zich beleidsmatig in op tactisch en strategisch niveau of pakken de meest uiteenlopende projecten op als projectleider.
PONT | Zorg & Sociaal is met name interessant voor onze beleidsadviseurs, die een vertaalslag maken van de politieke besluiten in constructief uitvoerbaar beleid. PONT | Zorg & Sociaal kan hen hierbij inspireren en ze kunnen hun kennis delen.