Vandaag presenteert de Kinderombudsman het rapport “Opgroeien in onzekerheid. Wat kinderen in armoede ons in de afgelopen 10 jaar hebben verteld over hun leven en welzijn”. De conclusie is onmiskenbaar: ondanks talloze initiatieven als schoolontbijten, laptops en sportabonnementen, blijft het welzijn en de ontwikkeling van kinderen die in armoede opgroeien, ernstig onder druk staan.
In Nederland leeft één op de 28 kinderen in armoede. Dat betekent dat gemiddeld één kind per klas zich zorgen maakt over de (geld)stress van hun ouders, schooluitjes, sport, eten of zelfs de huur. Deze kinderen starten hun leven met een achterstand. Hun ontwikkeling komt onder grote druk te staan door voortdurende stress, te weinig aandacht thuis en een gebrek aan kansen.
Een 16-jarige jongen beschreef het zo: “Ik zou alleen graag willen dat mijn ouders zich geen zorgen meer hoeven te maken en ik naar de school kan waar ik heen wil.”
Uit het onderzoek blijkt dat kinderen die hun leven een rapportcijfer van vijf of lager geven, ongekend laag scoren op een aantal van de veertien omgevingsvoorwaarden die voor hun ontwikkeling van cruciaal belang zijn. Dit betekent dat hun kwaliteit van leven zo laag is dat hun welzijn en toekomstkansen ernstig in gevaar komen. Het rapport laat daarmee zien dat kinderrechten voor deze kinderen in armoede zwaar onder druk staan.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer: “We kunnen echt niet meer volstaan met incidentele oplossingen. Er is integraal kinderarmoedebeleid nodig dat gezinnen structureel ondersteunt en waarbij de ontwikkeling van kinderen centraal staat. Zodat kinderen de zekerheid, veiligheid en kansen krijgen die ze verdienen.”
De Kinderombudsman roept de demissionair staatssecretaris van Sociale Zaken én de politiek als geheel dringend op om armoede onder kinderen voortvarender aan te pakken.
Het Rijk moet gemeenten duidelijke en inhoudelijke richting geven hierover. Dat kan door het Kinderrechtenverdrag als basis te nemen en dit te vertalen naar beleid dat alle levensgebieden van kinderen omvat volgens de veertien omgevingsvoorwaarden. Alleen zo voorkomen we dat gemeenten ieder hun eigen aanpak en prioriteiten kiezen, met als risico dat kinderen in de ene gemeente wél kansen krijgen, en in de andere niet. Pas dan pak je kinderarmoede écht aan. Het is tijd dus om de echte opgave onder ogen te zien: losse voorzieningen zijn waardevol, maar lossen de kern van het probleem niet op. Alleen met de combinatie van lange termijnoplossingen en losse voorzieningen, kan worden voorkomen dat duizenden kinderen in Nederland hun jeugd doorbrengen in voortdurende onzekerheid.
Het rapport is gebaseerd op data uit het onderzoek 'Als je het ons vraagt’, dat tussen 2016 en 2024 vijf keer is uitgevoerd. In totaal deden 9.809 kinderen van 8 tot 18 jaar mee, van wie 628 kinderen aangaven dat er te weinig geld thuis is. Het onderzoek brengt de kwaliteit van leven in kaart aan de hand van veertien omgevingsvoorwaarden binnen en buiten het gezin, aangevuld met een rapportcijfer dat kinderen hun eigen leven gaven.