Mensen met parkinson die moeite hebben met lopen kunnen verschillende strategieën gebruiken om het lopen te verbeteren. Uit nieuw onderzoek blijkt dat veel mensen nog nooit van deze strategieën hebben gehoord of ze hebben uitgeprobeerd. Uit de studie, nu gepubliceerd in Neurology, komt ook naar voren dat hoe goed verschillende compensatiestrategieën werken, afhangt van de context waarin ze worden gebruikt, zoals binnen of buiten en onder tijdsdruk of niet.
Loopstoornissen behoren tot de meest hinderlijke symptomen van de ziekte van Parkinson. Mensen schuifelen bijvoorbeeld of bevriezen zodra ze willen lopen. “Uit eerder onderzoek weten we dat mensen met parkinson vaak spontaan creatieve 'omwegen' verzinnen om hun loopproblemen te overwinnen, om zo mobiel en onafhankelijk te blijven,” aldus eerste auteur Anouk Tosserams. "Mensen lopen bijvoorbeeld op een bepaald ritme, door het loopje van een ander na te bootsen, of door in hun hoofd te tellen. We ontdekten dat mensen zelden op de hoogte zijn van alle verschillende compensatiestrategieën. Als ze dat wel zijn, vinden ze vaak strategieën die beter werken voor hen en hun specifieke omstandigheden."
Het gaat om de volgende zeven compensatiestrategieën:
Interne prikkels, zoals lopen op een tel in het hoofd;
Externe prikkels, zoals lopen op het ritme van een metronoom of het stappen over lijnen op de grond;
Veranderen van balans, zoals het maken van wijdere bochten;
Veranderen van de mentale toestand, zoals het wegnemen van stress;
Observeren van bewegingen, zoals het kijken naar een andere persoon die loopt en diens bewegingen nabootsen;
Aannemen van nieuwe looppatronen, zoals het hoog optrekken van de knieën of achteruit lopen;
Andere vormen van het gebruik van de benen, zoals fietsen of skateboarden.
De vraag is hoe het komt dat deze strategieën mensen met parkinson helpen. Laatste auteur Jorik Nonnekes: “Voor de meeste mensen is lopen een automatische handeling. Bij de ziekte van Parkinson lukt dit niet meer goed, omdat de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor het automatisch aansturen van het lopen zijn aangedaan. De hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor het doelgericht aansturen van het lopen doen het nog wel goed. Door de aandacht bewust te verleggen naar het lopen wordt gebruikt gemaakt van deze intacte hersengebieden en verbetert het lopen.” Voor dit onderzoek ontving Jorik Nonnekes een VENI-beurs van de NWO.
Voor de studie ondervroegen de onderzoekers ruim 4300 mensen met de ziekte van Parkinson en hinderlijke loopstoornissen. Hen werd gevraagd welke strategieën ze kenden en of en op welke momenten ze er gebruik van maakten. Mensen met parkinson bleken gemiddeld op de hoogte van drie strategieën, waarbij het gebruik van externe prikkels het bekendste was. Ook interne prikkels, zoals tellen in het hoofd, was bekend bij een deel van de patiënten. De kennis van de overige loopstrategieën bleek beperkt. De onderzoekers ontdekten ook dat strategieën verschillend werkten naargelang de context waarin de persoon ze gebruikte. Zo maakte het voor mensen nogal uit welke tactiek ze gebruikten als ze binnen in huis waren, of wanneer ze buiten op straat liepen.
“Onze resultaten laten zien dat een 'one-size-fits-all' aanpak niet werkt, omdat verschillende situaties vragen om verschillende strategieën, of omdat individuen gewoon beter reageren op de ene strategie dan op de andere,” aldus Anouk Tosserams en Jorik Nonnekes. “We moeten een stap verder gaan en mensen leren over alle beschikbare compensatiestrategieën, bijvoorbeeld via een speciaal online educatieplatform. Dit kan elke persoon met Parkinson helpen om de strategie te vinden die voor hem of haar het beste werkt. We zijn nu hard bezig met het ontwikkelen van deze website, en verwachten deze nog in 2021 te lanceren.”
De publicatie in Neurology is hier te vinden.