Door het aantal contractpartners te verminderen en vaker te gaan werken met een taakgerichte uitvoeringsvariant, hopen gemeenten risico’s en administratieve lasten in het sociaal domein weg te kunnen toveren. Dat zou mooi zijn natuurlijk. Maar feitelijk gaat het om een verschuiving naar de zorgaanbieders, beschrijft Robin Bruins van Stipter.
‘Bij veel gemeenten horen we de begrijpelijke behoefte om het aantal gecontracteerde zorgaanbieders drastisch terug te brengen. Zo wil bijvoorbeeld de regio Amersfoort in de Wmo en de Jeugdhulp terug van 400 aanbieders naar één contractpartner of hoofdaannemer per perceel.
‘Het werken met een hoofdaannemer past bij de zogeheten taakgerichte variant in het sociaal domein. De aanbieder, of een conglomeraat met enkele aanbieders, krijgt daarbij een vast bedrag voor het uitvoeren van bijvoorbeeld alle specialistische jeugdhulp binnen een gemeente binnen een jaar. Het inhoudelijke argument bij financiering per aandachtsgebied of perceel, en niet meer op cliëntniveau, is dat de zorgaanbieder beter kan bepalen wat nodig is. Voor de gemeente is het ook aantrekkelijk omdat het budget vaststaat, het speelveld overzichtelijker wordt en de administratieve lasten verminderen.
‘Deze taakgerichte financiering via een hoofdaannemer is nu nog een buitenbeentje in het sociaal domein. Maar het wint snel terrein en ook staatssecretaris Van Ooijen lijkt hierop aan te sturen. Hoe zit dat precies?
Op dit moment zijn er drie smaken voor de financiering in het sociaal domein. De inspanningsgerichte variant en de resultaatgerichte variant verlopen in de Wmo en de Jeugdhulp via het berichtenverkeer, met toewijzingen, startberichten, stopberichten en declaraties. De verantwoording gebeurt op basis van ‘uurtje factuurtje’ of op basis van een vooraf afgesproken te behalen resultaat, bijvoorbeeld een schoon huis.
Bij de derde smaak, de taakgerichte variant, is er geen (verplicht) berichtenverkeer en wordt dus gewerkt met een vast bedrag.
In maart dit jaar gaf staatssecretaris Van Ooijen aan dat hij niet verder wil met het wetsvoorstel resultaatgericht werken. De kans is groot dat hierdoor de derde smaak, de taakgerichte variant, in beeld komt voor meer taken en opgaven in het sociaal domein. Maar wat betekent deze ontwikkeling voor de risico’s en administratieve lasten? Hoe komt de verantwoording eruit te zien voor aanbieders of penvoerders of conglomeraten die met onderaannemers gaan werken? En hoe houdt de gemeente nog controle?
‘Denk aan hoofdaannemers in de Jeugdhulp die zelf bijvoorbeeld maar twintig procent van de zorg uitvoeren en tachtig procent inkopen, zoals therapie of specialistische GGZ. Zeker in zo’n verhouding, met veel onderaannemers, ligt er een grote opgave om de taken in te richten die normaliter bij de gemeenten liggen. Denk aan zorgtoewijzing, inzicht en toezicht op aanvang zorg en wachttijden, product- en tarievenbeheer, declaratieverwerking en contractmanagement. Een aanzienlijke verzwaring van de administratieve lasten dus, terwijl de financiële marge niet groot is. En doordat het budget grotendeels doorschuift naar de onderaannemers, kan een cashflow probleem ontstaan als je vooraf geen goede afspraken maakt. De aanbieder is hier zowel contractmanager, gemeente en bank aan het spelen. En de taken en risico’s verschuiven in de keten, van gemeente naar aanbieder. Tegelijkertijd blijft het nodig om aan te tonen of het geld rechtmatig en doelmatig is besteed. Wil de gemeente dan toch rapportages ontvangen van de hoofdaannemer? En hoe komt de hoofdaannemer aan rapportages als hij zelf maar twintig procent uitvoert? De hoofdaannemer zal dan gaan sturen op indicatoren en contractafspraken gaan maken over de verantwoording. Dat zijn complexe nieuwe taken.
‘Normaal gesproken bedienen we gemeenten met onze software. Maar we zien nu ook wensen bij zorgaanbieders die als contractpartner of verantwoordelijke voor één of meerdere percelen de administratieve rol van de gemeente overnemen. We hebben softwareoplossingen voor de samenwerking tussen gemeente en aanbieders en tussen hoofdaannemers en onderaannemers, oplossingen waar controles en verantwoording al inzitten. En samen met onze partner Be-Better werken we nu met een launching customer aan onze software, die we met een kleine aanpassing in kunnen zetten in de zorg. Met ondersteuning van digitale declaratieverwerking en financiële sturingsmogelijkheden verminderen we de administratieve lasten. En door procesondersteuning en actueel inzicht op uitgaven bieden we meer regie en meer sturingsmogelijkheden, waarmee de risico’s lager worden. We schuiven dus mee van gemeente naar zorgaanbieder of hoofdaannemer, zodat we kunnen blijven ontzorgen in de administratieve keten.’