Een twaalftal gemeenten gaat voor de zomer van start met de ‘100% ambitie pilots’ uit het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren. Vandaag maakt staatssecretaris Blokhuis (VWS) bekend welke gemeenten dit zijn. In de pilotgemeenten worden de uitgangspunten van het programma direct in de dagelijkse praktijk toegepast. Doel is om er voor het eind van 2021 voor te zorgen dat alle (potentiële) dak- en thuisloze jongeren de hulp en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.
De deelnemende gemeenten
De pilotgemeenten zijn: Almere, Amsterdam, Alkmaar, Arnhem, Den Haag, Dordrecht, Enschede, Haarlem, Leiden, Purmerend, Rotterdam en Utrecht.
Na de lancering van het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren heeft staatssecretaris Blokhuis gemeenten uitgenodigd om zich te melden voor deelname aan de pilot. Streven was het meedoen van de grootste vier gemeenten en verder een goede mix wat betreft grootte, geografische ligging en problematiek. Dit is met deze gemeenten het geval. Nog voor de zomer gaan de gemeenten met de acties uit het actieprogramma aan de slag.
De ambitie is 100%
Staatssecretaris Blokhuis: “Ik ben erg blij met het enthousiasme vanuit gemeenten om deel uit te maken van de pilots van het actieprogramma. Ze zijn het eens over de urgentie hiervan en willen met ons deze uitdaging aangaan. We hebben voor gemeenten een flinke ambitie gesteld, namelijk 100%: geen enkele jongere meer langdurig (langer dan drie maanden) in de opvang of op straat. Dat betekent een flinke omslag in de hulpverlening, meer aandacht voor preventie, de behoeften van jongeren centraal stellen en beter samenwerken met alle betrokken organisaties. Elke jongere moet één aanspreekpunt krijgen. Iemand die de jongere aan de hand neemt langs alle mogelijke hulpvragen en niet loslaat tot de basis op orde is. Als we laten zien dat het in deze gemeenten mogelijk is, kunnen we het ook in de rest van het land. En de G4 doen mee, dus daarmee hebben we al een groot deel van de dak- en thuisloze jongeren in Nederland geholpen. Ik ben erg gemotiveerd om gemeenten te helpen in het bereiken van dit doel”.
Ondersteuning vanuit VWS
De gemeenten krijgen gedurende de loop van de pilots ondersteuning vanuit VWS. Als onderdeel van de pilots gaat de staatssecretaris met deelnemende gemeenten het gesprek aan over ‘basisnormen’: waar mag elke jongere in Nederland minimaal op rekenen? Ook kijkt het Rijk kritisch naar zichzelf en naar gemeenten als het gaat om knelpunten in de (uitvoering van) wet- en regelgeving. Verder wil de Rijksoverheid actief bij gemeenten langsgaan en de ervaring en kennis uit de pilots zo breed mogelijk delen Daarnaast worden gemeenten en betrokken partijen aangemoedigd om de opgedane inzichten vooral ook onderling uit te wisselen. Zo kunnen alle gemeenten al tijdens de pilots leren uit de praktijk en zelf aan de slag met de resultaten.