Ik mocht recent een aantal huisbezoeken voor mijn rekening nemen. En wat was dat weer genieten. Mooie gesprekken, bijzondere mensen en … tja, mijn normen en waarden die gespiegeld werden! Het zette me aan het denken en blijkt voer te zijn voor een column.
Het was een mooie, zonnige maar koude winterdag op het platteland van Groningen. De zon scheen over de velden en de mist was nog maar net opgetrokken, een betoverend uitzicht. Ik was ruim op tijd bij de woning waar ik moest zijn. Auto geparkeerd en op zoek naar de ingang. Dat bleek een hele zoektocht te zijn. De tuin was volledig omgeven door een hoog, metalen hek en de poort zat op slot.
Klein detail: er liepen drie grote, blaffende honden op het erf. Ik heb maar even met mijn cliënt gebeld. Ik bleek door de garage te kunnen die openstond om vervolgens via een kleine deur de tuin te kunnen betreden. ‘En mevrouw, de honden doen echt niets, hoor.’ Ja, ja ...
De eerste indruk was er één van een verwaarloosd en slecht onderhouden huis(houden). Mijn cliënt zou vast erg eenzaam zijn. Ik bedacht me op weg naar de woonkamer dat ik zo echt niet zou willen wonen.
Ik merkte dat ik met dit perspectief het gesprek inging. Ik heb het met mijn cliënt uitgebreid gehad over zijn woonsituatie. Ik heb geprobeerd hem te motiveren zijn woonsituatie aan te pakken, desnoods met hulp van een team van vrijwilligers dat kon helpen met opruimen en schoonmaken. Want dat hebben ze in deze gemeente goed geregeld.
Maar hij wist me tijdens het gesprek duidelijk te maken dat daar zijn prioriteit helemaal niet ligt. Hij vindt zijn woning prima en kan zich ook goed redden in de woning. Hij doet waar nodig een beroep op zijn netwerk en is tevreden met zijn daginvulling. Wat voor hem belangrijk is, is dat hij zijn zus kan bezoeken. Zijn zus woont in een instelling niet ver van zijn woning. Hij is de enige die haar nog kan bezoeken sinds hun broer overleden is. En dat gaat nu niet, ook niet met alle hulp die hij al krijgt. Dáár ging het om.
Op de terugweg heb ik veel over dit gesprek nagedacht. Ik kwam tot de conclusie dat we vaak door de bril van onze eigen waarden en normen naar onze cliënten kijken. Dat belemmert het in de eigen kracht zetten van mensen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat als iemand zelf kan aangeven wat hij belangrijk vindt, hij intrinsiek gemotiveerd is om zelf een oplossing te bedenken. Ik realiseer me dat dat niet de makkelijkste insteek is, want je kunt je eigen perspectief niet helemaal uitschakelen. Maar probeer het eens, je zult zien dat de gesprekken dan soms een verrassende wending krijgen!