De langdurige zorg aan ouderen die thuis 24 uur per dag zorg beschikbaar moeten hebben, is vaak nog onder de maat.
Er zijn wel zorgaanbieders die voorop lopen en waar cliënten passende zorg en ondersteuning krijgen. Die organisaties hebben een visie en specifiek beleid waardoor ouderen langer thuis kunnen wonen. Ze zorgen voor deskundige zorgverleners, samenwerking in een netwerk, 24 uur per dag zorg beschikbaar en aandacht voor welzijn. Ze bieden een breed pakket aan begeleiding, dagbesteding, huishoudelijke hulp, maaltijden, vervoer, verzorging en verpleging.
Maar veel andere (vooral kleine) zorgaanbieders bieden niet de zorg en ondersteuning die de ouderen nodig hebben. Dan is de zorg niet altijd beschikbaar, of niet deskundig genoeg. Zulke zorgaanbieders bieden dan zorg die lijkt op de wijkverpleging. Terwijl dat toch iets anders is dan langdurige en intensieve zorg thuis.
Dat schrijft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na 26 inspectiebezoeken en na gesprekken met de zorgaanbieders die voorop lopen. Het gaat hier om langdurige zorg aan ouderen thuis, die gefinancierd wordt via de Wet langdurige zorg (Wlz). De zorg is veel intensiever dan de ‘gewone’ wijkverpleging, die betaald wordt via de zorgverzekering van de cliënten. Wlz-zorg thuis is een vrij nieuwe vorm van zorg. Die moet ervoor zorgen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Als de zorg van goede kwaliteit is, is dat ook goed mogelijk. Dan voldoet de situatie thuis aan de wensen en behoeften van de ouderen.
Zorgaanbieders die het goed doen, letten naast het bieden van goede zorg ook op het welzijn van de ouderen. Zij maken met de ouderen en de mensen in hun omgeving afspraken over een breed pakket aan passende zorg en ondersteuning. Die zorg is als het nodig is 24 uur per dag beschikbaar, ook via alarmering en digitale hulpmiddelen. Een wijkverpleegkundige zorgt dat de zorg in orde is.
Maar veel zorgaanbieders regelen niet de juiste zorg voor de ouderen, en de zorg is niet 24 uur per dag beschikbaar. Of zij hebben niet genoeg deskundige mensen om complexe zorg te bieden. Ook is er te weinig contact met de huisarts, een specialist ouderengeneeskunde of een ggz-deskundige. Soms is er geen wijkverpleegkundige betrokken. Verder geven deze zorgaanbieders te weinig informatie. Dan is niet duidelijk wat er thuis kan en waar de grenzen liggen.
Ouderen met een lichte indicatie worden nauwelijks meer opgenomen in een verpleeghuis. Voor veel mensen is wlz-zorg thuis dan een goede oplossing. Maar er zijn ook ouderen met een lichte indicatie voor wie een verpleeghuis eigenlijk toch wel nodig of gewenst is. Zij vallen tussen wal en schip.