Mensen met een lichte indicatie voor ouderenzorg, zorgprofiel vv4, worden minder vaak opgenomen in een verpleeghuis. Dat blijkt uit onderzoek dat de Nederlandse Zorgautoriteit heeft gedaan nadat we voor 2020 nieuwe tarieven hadden ingevoerd. Voor de meeste zorgprestaties zijn de tarieven verhoogd, voor de vv4 zijn de tarieven verlaagd ten opzichte van 2019. De tariefverlaging voor vv4 heeft er niet toe geleid dat de wachtlijsten voor mensen met deze indicatie meer oplopen dan die voor mensen met een zwaardere indicatie.
We monitoren ook de komende tijd de effecten van de tariefherijking. Uit ons eerste onderzoek blijkt dat mensen met een vv4-indicatie vaker kiezen voor een combinatie van professionele en informele zorg thuis in plaats te verhuizen naar een ander verpleeghuis dan het verpleeghuis van voorkeur. De urgentie om naar een verpleeghuis te verhuizen is lager dan bij hogere profielen.
Daardoor staan mensen met een vv4-indicatie relatief vaker op de wachtlijst voor een verpleeghuis dan mensen met zwaardere indicaties. Dat was voor de tariefherijking ook het geval. We hebben echter geen aanwijzingen dat cliënten met een vv4-indicatie en een urgente zorgvraag niet worden opgenomen. Dat baseren we op kwantitatieve data over indicaties en wachtlijsten, en op interviews met het CIZ, zorgkantoren en verpleeghuizen.
Na de aankondiging van de verlaging van het tarief voor vv4 zien we wel een verschuiving naar indicaties voor zwaardere zorgprofielen, vv5 en vv6. Daardoor neemt het aantal bewoners met een zwaardere indicatie in het verpleeghuis toe.
Na de aankondiging van de verlaging van het tarief voor vv4 zien we wel een verschuiving naar indicaties voor zwaardere zorgprofielen, vv5 en vv6. Daardoor neemt het aantal bewoners met een zwaardere indicatie in het verpleeghuis toe.