In 2022 overleden 6,2 duizend inwoners van Nederland door een accidentele val. Dat is 15 procent meer dan in 2021 en ruim twee keer zoveel als tien jaar eerder. Vooral onder 90-plussers en mensen die vanwege een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) toegang hebben tot zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), is het aantal sterfgevallen door een accidentele val toegenomen. Dat meldt het CBS op basis van een analyse van doodsoorzaken.
Wie overlijdt door een accidentele val valt, struikelt, of glijdt per ongeluk uit en overlijdt binnen dertig dagen aan de gevolgen. Vallen met een vervoermiddel telt hierbij niet mee, dit wordt geregistreerd als vervoersongeval.
De toename van het aantal slachtoffers door dodelijk vallen komt niet alleen door de vergrijzing. Wanneer rekening gehouden wordt met de vergrijzing en de bevolkingsgroei, daalde het aantal sterfgevallen tot 1998, vooral bij vrouwen. Daarna is het geleidelijk toegenomen en sinds 2010 zelfs verdubbeld, van 17,5 per 100 duizend inwoners in 2010 tot 35,2 per 100 duizend inwoners in 2022.
Vooral ouderen overlijden door een accidentele val: 43 procent was tachtiger en 36 procent was negentig jaar of ouder. Vrouwen vormden de meerderheid in beide groepen. In 2022 was de gemiddelde leeftijd van mannen bij overlijden door een accidentele val 82 jaar en bij vrouwen 87 jaar. Tien jaar eerder was de gemiddelde leeftijd lager, bij mannen was dit 79 jaar en bij vrouwen 86 jaar.
De stijging van het aantal fatale valincidenten gaat samen met de groei van de oudere bevolking, maar ook naar verhouding is er in elke leeftijdsgroep een stijging. Dat geldt vooral voor vrouwen van negentig jaar of ouder. In 2022 overleden 17,3 vrouwelijke negentigplussers per 100 duizend vrouwen van deze leeftijd door een accidentele val, in 2012 waren dat er 8,3. Bij vrouwelijke tachtigers nam dit aantal toe van 2,0 overledenen naar 3,9 per 100 duizend. Ook bij mannen is de grootste toename bij negentigplussers, maar deze is minder sterk dan bij vrouwen. Sinds 2020 is onder 90-plussers het aantal sterfgevallen door vallen hoger bij vrouwen dan bij mannen.
Het aantal ouderen dat vanwege een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) recht heeft op zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) neemt elk jaar toe, van 84 duizend in 2015 tot 110 duizend in 2022. Bij deze groep is ook het percentage sterfgevallen door accidenteel vallen gestegen, van 4,3 in 2015 naar 8,4 in 2022.
Bij mensen die toegang tot Wlz-zorg hadden, niet vanwege een psychogeriatrische aandoening, maar om een andere reden, steeg het aantal sterfgevallen door een val minder, van 2,3 naar 3,3 procent. Bij mensen die helemaal geen toegang hadden tot Wlz-zorg bleef dit rond de 2 procent vrijwel stabiel.
Van alle mensen die in 2022 door een val overleden, had de helft toegang tot Wlz-zorg vanwege een psychogeriatrische aandoening. In 2015 was dat nog een derde.
In 2022 was overlijden door een accidentele val de meest voorkomende niet-natuurlijke doodsoorzaak, met 6,2 duizend sterfgevallen, gevolgd door zelfdoding (1,9 duizend) en een vervoersongeval (772). Bij 3,7 procent van alle sterfgevallen in Nederland was een accidentele val de doodsoorzaak. Dat komt neer op 17 fatale valincidenten per dag.