De vijftienjarige Boris heeft gedragsproblemen en is al meerdere keren in aanraking gekomen met de politie. Zijn moeder weet niet meer wat ze met hem aan moet en gaat op zoek naar hulp. Dat is het begin van een lange zoektocht, waarin moeder en zoon twee jaar lang van het kastje naar de muur worden gestuurd. En al die tijd zit Boris zonder hulp. Boris en zijn moeder dienen een klacht in bij de Kinderombudsman. Ze vinden dat er door verschillende instanties en de gemeente te weinig is gedaan om hulp te organiseren en dat het te lang heeft geduurd.
De vijftienjarige Boris heeft gedragsproblemen en is al meerdere keren in aanraking gekomen met de politie. Zijn moeder weet niet meer wat ze met hem aan moet en gaat op zoek naar hulp. Dat is het begin van een lange zoektocht, waarin moeder en zoon twee jaar lang van het kastje naar de muur worden gestuurd. En al die tijd zit Boris zonder hulp. Boris en zijn moeder dienen een klacht in bij de Kinderombudsman. Ze vinden dat er door verschillende instanties en de gemeente te weinig is gedaan om hulp te organiseren en dat het te lang heeft geduurd.
De zoektocht naar hulp voor Boris start bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Zijn moeder vraag hier een PGB aan voor hulp en ondersteuning voor haar zoon. Het CIZ blijkt niet de juiste instantie te zijn om over de aanvraag te beslissen en stuurt deze daarom door naar Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA). Dan gaat er iets mis waardoor de aanvraag blijft liggen en pas acht maanden later bij JBRA terecht komt. Inmiddels is de Jeugdwet in werking getreden, waardoor de aanvragen over jeugdhulp niet langer door JBRA in behandeling worden genomen, maar door de gemeente Amsterdam. In overleg besluiten JBRA en het CIZ daarom de aanvraag van Boris weg te gooien. Pas na meerdere telefoontjes van moeder en haar advocaat, besluiten het CIZ en JBRA de aanvraag alsnog door te sturen naar de gemeente Amsterdam. Al die tijd zit Boris zonder hulp en ondersteuning.
Te laat
Vervolgens neemt het Ouder- en Kindteam (OKT) van de gemeente Amsterdam de aanvraag in behandeling. Het OKT geeft een PGB af waarmee de moeder van Boris zelf zorg kan inkopen. Dit lukt haar niet en het OKT schiet pas laat te hulp. Daarom duurt het nog een jaar voordat er hulp is geregeld voor Boris. Uiteindelijk kan hij meedoen aan een speciaal programma. Dit gaat goed, maar aan het einde van het programma is Boris door enkele incidenten niet meer welkom. Hij is dan 17 jaar en krijgt vanaf dat moment geen hulp meer, terwijl hij dit nog wel nodig heeft. Er wordt nog geprobeerd hulp te organiseren, maar moeder en het OKT krijgen pas maanden later weer contact met elkaar. Dan is het al te laat. Boris is inmiddels 18 jaar en het OKT kan alleen hulp regelen voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Klachten gegrond
De Kinderombudsman stelt na onderzoek dat alle organisaties te weinig hebben gedaan om zorg te regelen. De klachten van Boris en zijn moeder hierover zijn dus gegrond. Boris had hulp en ondersteuning nodig en het CIZ, JBRA en de gemeente Amsterdam hadden hiervoor moeten zorgen. De Kinderombudsman heeft te weinig informatie gekregen over de snelheid waarmee de gemeente Amsterdam het PGB heeft opgepakt en of het PGB paste bij wat Boris nodig had. De Kinderombudsman kan daarom geen oordeel geven over deze punten uit de klacht.
Zowel het CIZ, als JBRA en de gemeente Amsterdam kunnen zich vinden in de conclusie van de Kinderombudsman en laten weten hier lering uit trekken. Voor Boris komt dit helaas te laat, maar hopelijk worden andere kinderen die hulp nodig hebben niet langer van het kastje naar de muur gestuurd.
Van het kastje naar de muur. Twee jaar wachten op hulp (augustus 2018)