In een vorig bericht (begin april) informeerden we u over de invoering van de nieuwe, hogere loonschaal huishoudelijke hulp en de gevolgen hiervan voor gemeenten. Inmiddels hebben wij weer meer actuele informatie, hierover mee in dit vervolgbericht.
De cao-afspraken waarin de nieuwe loonschaal is opgenomen, zijn op 7 mei algemeen verbindend verklaard. Dat betekent dat ook niet-leden van Actiz en BTN vanaf die datum aan de afspraken zijn gebonden. In de cao-afspraken staat dat aanbieders en gemeenten uiterlijk per 1 januari 2019 afspraken moeten hebben gemaakt over de toepassing van de nieuwe loonschaal.
Terugwerkende kracht tot 1 april
Omdat de aanbieders respectievelijk vanaf 1 april en 7 mei verplicht zijn om de nieuwe loonschaal te hanteren, zullen gemeenten de nieuwe loonschaal moeten toepassen met terugwerkende kracht tot 1 april of 7 mei. Wanneer een gemeente zowel leden-aanbieders als niet leden-aanbieders contracteert, ligt het - ons inziens - voor de hand dat voor alle aanbieders wordt gerekend met terugwerkende kracht tot 1 april 2018.
Horizontale overstap
De VNG kreeg vragen over de inschaling in de nieuwe loonschaal. We verwijzen voor de beantwoording van deze vraag naar artikel 3.2A van de cao VVT waarin staat dat de huishoudelijke hulpen horizontaal zullen overstappen. Dit betekent dat zij niet direct na de overstap meer loon zullen ontvangen, maar wel in de komende jaren.
Algemene loonsverhoging van 4% per 1 oktober
Behalve de invoering van de hogere loonschaal is in het cao-akkoord ook afgesproken dat met ingang van 1 oktober 2018 een algemene loonsverhoging in de cao VVT wordt doorgevoerd van 4%. Het betreft hier nog een onderhandelingsakkoord dat momenteel aan de achterbannen wordt voorgelegd. De verwachting is dat de achterbannen van werkgevers en werknemers akkoord gaan met de loonsverhoging.
Deze loonsverhoging komt bovenop de nieuwe loonschaal. Met de loonsverhoging moet dus bij het bepalen van de tarieven en het afsluiten van de contracten ook rekening worden gehouden.
Financiële compensatie voor gemeenten
Gemeenten vroegen ons of zij voor de algemene loonsverhoging gecompenseerd worden in het integratiebudget sociaal domein. Het Rijk vult het integratiebudget sociaal domein jaarlijks met zogeheten OVA-middelen. Deze middelen zijn bedoeld om loon- en prijsstijgingen te kunnen financieren.
Het OVA-percentage voor 2018 is 2,96%. Omdat de loonsverhoging pas per 1 oktober ingaat, kunnen gemeenten de loonsverhoging in principe uit de OVA-middelen financieren. Het CPB heeft het OVA-percentage voor 2019 voorlopig geraamd op 4,08%.
