De Rechtbank Noord-Nederland heeft recent een voorlopige uitspraak gedaan over beëindiging van Wmo huishoudelijke hulp niveau 1 door een gemeente. De rechter benadrukt in de uitspraak dat gemeenten bij de beëindiging van een lopende indicatie voor huishoudelijke hulp een zorgvuldige procedure moeten doorlopen en rekening moeten houden met de persoonlijke situatie van de cliënt.
Als gemeenten lopende indicaties willen wijzigen of intrekken is zorgvuldigheid van groot belang. De voorlopige uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland heeft dit nog eens bevestigd.
Menskracht
Het generiek intrekken van alle lopende beschikkingen zonder voorafgaand onderzoek naar de individuele situatie van de cliënten kan niet. Cliënten moeten de gelegenheid krijgen om met de gemeente in gesprek te gaan. Dit alles vergt echter veel menskracht bij de gemeenten. Het gaat namelijk om grote aantallen mensen.
Gemeenten willen goede ondersteuning bieden aan hun burgers, via een zorgvuldige procedure. Maar niet vergeten moet worden dat gemeenten de huishoudelijke hulp moeten organiseren met structureel 40% minder geld. De huishoudelijke hulp-toelage die voor de komende twee jaar ter beschikking is gesteld, verzacht deze taakstelling slechts voor een beperkt deel.
De gemeente zal dus binnen de beschikbare menskracht werkzame oplossingen moeten zoeken om tot een zorgvuldige afbouw procedure te komen. Daarbij is het van belang de groep die de ondersteuning het hardst nodig zo veel mogelijk te ontzien.
Advies
Gemeenten die voor de wijziging van hun beleid een vorm hebben gekozen die neerkomt op het generiek intrekken van alle lopende beschikkingen, adviseren wij nog eens goed te bezien of hun werkwijze zorgvuldig genoeg is en daarmee recht doet aan de persoonlijke situatie van de cliënt.
Te vroeg voor harde conclusies
De VNG vindt het overigens nog te vroeg om harde conclusies uit deze voorlopige uitspraak te trekken. Temeer daar de rechter en de gemeente zich hebben gebaseerd op de huidige Wmo.
Meer informatie
